In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Thema 14 Overtuigen
Slide 1 - Tekstslide
Overtuigen Zoek dit op in je eigen taal
Slide 2 - Woordweb
Waar gaat dit thema over?
Je gaat oefenen om iemand te overtuigen. Waarom moet jouw klasgenoot dat ene boek lezen of die ene film gaan zien? Ook ga je je klasgenoten vertellen wat je goed kunt.
Slide 3 - Tekstslide
Betekenis presenteren en overtuigen
presenteren: Je wilt iets vertellen of informatie geven op een leuke en boeiende manier.
Overtuigen: Je zorgt ervoor dat de ander iets van je overneemt: een mening, een idee of voorstel.
Slide 4 - Tekstslide
De taken
Taak 1: Houd een betoog --> overtuigen
Taak 2: Overtuig een ander --> overtuigen
Taak 3: Schrijf een mail --> overtuigen
Taak 4: Presenteer jezelf --> presenteren
Slide 5 - Tekstslide
Hoe kun je iemand overtuigen?
Met:
Argumenten
Enthousiasme: woorden, lichaamshouding, stem en gezichtsuitdrukking
Positieve en informatieve bijvoeglijke naamwoorden: leuk, nuttig, fantastisch enz.
Slide 6 - Tekstslide
Argumenten
De reden waarom.
Je moet naar deze film, want hij is echt heel spannend.
Je moet op tijd op school zijn, omdat je een toets hebt.
Je moet gaan eten bij Happy Italie, want de pizza's zijn heel lekker, de bediening is aardig en het is er niet duur.
Slide 7 - Tekstslide
enthousiast
Slide 8 - Tekstslide
de lichaamshouding
Hoe sta je?
Slide 9 - Tekstslide
de gezichtsuitdrukking
Hoe kijk je?
Slide 10 - Tekstslide
Zeg na: van niet enthousiast naar heel enthousiast
Ik vind deze telefoon fantastisch.
Dit is een geweldige film.
Het is een prachtig boek.
Deze film is zo mooi!
Deze acteur is supergoed.
Deze muziek is prachtig.
Deze pizza is heerlijk.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Bedenk argumenten voor en tegen
Het is goed dat ouders de schoolprestaties van hun kinderen live kunnen volgen
In scholen moeten alle "smart" functies van smartphones automatisch worden uitgeschakeld
Kinderen moeten verplicht insecten leren eten op school
Jongeren moeten verplicht tot hun 18e deel uitmaken van een sportclub
Jonge kinderen moeten standaard worden getest op erfelijke aanleg voor criminaliteit