8.1 Jazz

8.1 Jazz
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

8.1 Jazz

Slide 1 - Tekstslide

Blues
Een muziekstijl  ontstaan tegen het einde van de 19e eeuw en heeft zijn oorsprong in de gemeenschappen van tot slaaf gemaakten uit Afrika in het zuiden van de VS. Muziek maken was een manier om hun lijden uit te drukken of te verzachten De blues kent vaste regels, zoals het 12matig akkoordschema, het vaak slepende tempo, de drieregelige coupletten en de droevige inhoud. 
Blue= rouw (scheepvaart, blauwe vlag en blauwe band)

Slide 2 - Tekstslide

Storyville 1900 - 1917
Red-light district

Slide 3 - Tekstslide

New Orleans-jazz     
In New Orleans, In de wijk Storyville, 
komen verschillende muzikale culturen samen. 
West-Afrikanen, immigranten uit Frankrijk, Engeland, Spanje en Mexico.

Muziekstijlen:
Worksongs van de katoenvelden (volgende fragment), 
spirituals uit kerkdiensten, blues van het platteland, ragtime, 
marsmuziek en Europese muziek. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slavernijverbod                Rassenscheiding

Slide 6 - Tekstslide

Dixieland
De slavernij is afgeschaft,
maar de rassenscheiding bestaat nog.
'Witte' burgers kopen geen muziek van 'zwarte' muzikanten.

De 'witte' Original Dixieland Jazz Band ontstaat. 
Blanke variant op New Orleans-jazz = Dixieland.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

1917   De eerste grammofoonplaten verschijnen.

Slide 10 - Tekstslide

1917 Storyville sluit
   Verhuizing naar Chicago.

Slide 11 - Tekstslide

Chicago-stijl
New Orleans > Chicago
Opkomst Chicago stijl eind jaren 20.

Louis Armstrong and his Hot Five:
meer ruimte voor individuele solo's.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Harlem Renaissance
Ticker-tape parade: verwelkoming soldaten na de oorlog in NY.

Zwarte Amerikanen trekken van het platteland naar de steden.
Jazz bevordert saamhorigheid en trots. 
Bigband-orkesten zijn een groot succes. Grote bands van soms wel 20 muzikanten, die in secties bij elkaar spelen: trompetten, trombones, saxofoons en ritmesectie.


Slide 14 - Tekstslide

Bigbands
Bigband-orkesten zijn een groot succes eind jaren 20. Grote bands van soms wel 20 muzikanten, die in secties bij elkaar spelen: trompetten, trombones, saxofoons en ritmesectie.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Swing
De orkesten ontwikkelen de nieuwe 'swingstijl' 
in de jaren 30.  
Achtste noten lang-kort-lang-kort. 
Een stuwend ritme zorgt voor dansbare muziek.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

New Orleans-jazz/Dixieland: (vermaak)
collectieve improvisaties
instrumenten: cornet/trompet, trombone, klarinet, saxofoon, banjo, tuba en drums. (dus veel blaasinstrumenten)

Chicago-stijl: (individueler)
solo-improvisaties
Instrumenten: Gitaar en contrabas (ipv Banjo en Tuba).

Swing: (dansmuziek)
gespeeld door grote orkesten
onder leiding van een orkestleider

Slide 19 - Tekstslide

Duke Ellington
Componist-pianist-orkestleider.
Experiment met nieuwe akkoordenschema's en verrassende instrumentale combinaties =
vernieuwende klankkleur. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video