To the point
1 / 17
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
grondstof
1
2
de groothandelaar
de kleinhandelaar
een kopje koffie
cacaobonen
de cacaoboer die de bonen bewerkt
de koffiebranderij
Douwe Egberts
Albert Heijn
de consument
(behoort niet tot de bedrijfskolom)
Slide 3 - Sleepvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
door welke productiefactoren heeft het eindproduct meer waarde?
A
arbeid-natuur-kapitaal-ondernemerschap
B
loon-winst-interest-huur
C
loon-verlies-rente-huur
D
machines-natuur -interest-huur
Slide 6 - Quizvraag
Waar vindt dit plaats in de bedrijfskolom van koffie?
Slide 7 - Open vraag
Stel dat Albert Hein 2 euro toegevoegde waarde toevoegt, hoeveel bedraagt de verkoopprijs voor de consument?
A
O
B
2
C
4
D
6
Slide 8 - Quizvraag
hoe hoger de prijs, hoe meer/minder winst de producenten maken
MEER
minder
Slide 9 - Poll
bij hogere prijzen zullen ze dan ook meer/minder willen aanbieden
meer
minder
Slide 10 - Poll
en zal Q(a) stijgen/dalen
stijgen
dalen
Slide 11 - Poll
hoe lager de prijs, hoe meer/minder ze willen aanbieden
meer
minder
Slide 12 - Poll
Als je de aanbodcurve van één producent analyseert = het individueel aanbod/collectief aanbod
individueel
collectief
Slide 13 - Poll
Wanneer men de aanbodcurven van de producenten optelt, dan krijg je ...
individuele aanbodcurve
collectieve aanbodcurve
Slide 14 - Poll
Wanneer het aantal producenten toeneemt, zal de aanbodcurve naar rechts verschuiven.
juist
fout
Slide 15 - Poll
Wanneer de kostprijs om een product te maken toeneemt, dan verschuift de aanbodcurve naar links
juist
fout
Slide 16 - Poll
Wanneer er heel wat nieuwe technologische vernieuwingen zijn, dan zal de aanbodcurve naar links verschuiven.
juist
fout
