Architectuur - Cultuur van de Kerk

Architectuur - Cultuur van de Kerk
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Architectuur - Cultuur van de Kerk

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kan de verschillende onderdelen van een Romaanse en Gotische kerk benoemen;
2. Je kan de kenmerken van de Romaanse bouwstijl beschrijven en herkennen in afbeeldingen;
3. Je kan de kenmerken van de Gotische bouwstijl beschrijven en herkennen in afbeeldingen;
4. Je kan uitleggen waar de skeletbouwconstructie van een Gotische kerk uit bestaat en hoe dit ervoor zorgde dat het goddelijk licht de kerk binnen kon komen;
5. Je kent de kloosterordes en kan beschrijven wat kenmerkend is voor elke kloosterorde: Benedictijner orde, Orde van Cluny, Cisterciënzers, Franciscanen;
6. Je kan uitleggen hoe de steden in de Middeleeuwen veranderden en waardoor dit kwam;
7. Je kan symboliek in de kathedralen herkennen en uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Romaans
Gotiek
Welke verschillen zie jij?

Slide 5 - Tekstslide

Romaans
Gotiek

Slide 6 - Tekstslide

Oorsprong Romaans
  • Romeinse basilica wordt aangepast. Toevoeging dwarsschip: kruisvorm


  • ‘Romaans’ komt van ‘Romeins’. Doet Romeins aan vanwege de rondbogen en dikke muren.

  • Veel toegepast op kloosterkerken. Kloosterleven is in afzondering -> gesloten karakter van kloosterkerken.
Saint-Sernin, Toulouse, Frankrijk, ca. 1080-1120​
Basilica van Constantijn, Trier, Duitsland, 310
Kerk richting oosten: Jeruzalem

Slide 7 - Tekstslide

Romaans 

  • Constructiebouw: gewicht van het dak wordt door dikke, massieve muren gedragen. 


Kenmerken:
  • Dikke muren: massief en gesloten
  • Kleine ramen: donker
  • Rondbogen
  • Tongewelf  >>>
  • Horizontaal karakter


1000 - 1200 na Chr.

Slide 8 - Tekstslide

Oorsprong Gotiek
  • Door de welvaart en stabiliteit in de hoge middeleeuwen groeit de bevolking. Door erediensten geloof toegankelijker maken.

  • Ook door pelgrimstochten zijn grotere (pelgrims)kerken nodig.


  • Kerk is 'stukje hemel op aarde': torens reiken naar de hemel, het 'Goddelijk Licht' valt door glas-in-loodramen naar binnen.
Ontstaat in Noord-Frankrijk. 

Abt Suger: ‘We zochten naar architectuur van het licht die de beschouwer van het materiële naar het goddelijke moest verheffen’.

God = licht. Licht is de essentie van schoonheid. 

Slide 9 - Tekstslide

Gotiek

  • Skeletbouwconstructie: skelet draagt het gewicht (niet de muren), gewicht wordt afgeleid door kruisribgewelf, pilaren, luchtbogen en steunberen (en pinakels).

Kenmerken:
  • Dunnere muren: open en sierlijk
  • Grote glas-in-loodramen, roosvensters
  • Spitsbogen
  • Kruisribgewelf>>>
  • Verticaal karakter


1150 - 1500 na Chr.

Slide 10 - Tekstslide

Tongewelf                   Kruisgewelf             Kruisribgewelf
        (Rom.)                                                             (Got.)             
 Soorten gewelven

Slide 11 - Tekstslide

ROMAANS
GOTIEK
DUNNERE MUREN
DIKKE MUREN
SPITSBOGEN
RONDBOGEN
GROTE VENSTERS
KLEINE VENSTERS
KRUISRIBGEWELF
SKELETBOUW
TONGEWELF
HORIZONTAAL GEBOUWD
VERTICAAL GEBOUWD
STEUNBEREN
PINAKEL
LUCHTBOGEN
GESLOTEN, DONKER, MASSIEF
OPEN EN SIERLIJK

Slide 12 - Sleepvraag

Opdracht: onderdelen kerk
Noteer de juiste namen bij de verschillende onderdelen van de kerk.
Gebruik de mindmap over architectuur.

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kan de verschillende onderdelen van een Romaanse en Gotische kerk benoemen;
2. Je kan de kenmerken van de Romaanse bouwstijl beschrijven en herkennen in afbeeldingen;
3. Je kan de kenmerken van de Gotische bouwstijl beschrijven en herkennen in afbeeldingen;
4. Je kan uitleggen waar de skeletbouwconstructie van een Gotische kerk uit bestaat en hoe dit ervoor zorgde dat het goddelijk licht de kerk binnen kon komen;
5. Je kent de kloosterordes en kan beschrijven wat kenmerkend is voor elke kloosterorde: Benedictijner orde, Orde van Cluny, Cisterciënzers, Franciscanen;
6. Je kan uitleggen hoe de steden in de Middeleeuwen veranderden en waardoor dit kwam;
7. Je kan symboliek in de kathedralen herkennen en uitleggen.

Slide 14 - Tekstslide

Kloosters
Ora et Labora: bidden (8x per dag) en werken

Monniken leggen kloostergeloften af
https://schooltv.nl/item/kloostergeloften-regels-van-het-klooster

529 n. Chr: Eerste kloosterorde gesticht door Benedictus van Nursia (Benedictijner Orde)

dagindeling
De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. 
De metten gedurende de nacht, om middernacht.
De lauden rond zonsopgang
De priem rond 6 uur
De terts rond 9 uur
De sext rond 12 uur
De none rond 15 uur
De vespers rond 17 uur
De completen rond 20 uur

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Kloosterorden
Regula Benedicti: voorschriften voor het leven in een klooster.

Benedictijner orde (ora et labora, steeds rijker/machtiger)
Orde van Cluny (hervormingsbeweging, regels belangrijk)
Cisterciënzers (soberheid, kruistochten)
Franciscanen (armoede, 'bedelorde')

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide