Verklaringsstructuur (bijv. een artikel met de titel "Waarom zijn er in de USA relatief veel Coronaslachtoffers?"
Slide 4 - Tekstslide
Verleden-heden-(toekomst)structuur
Inleiding: introductie onderwerp
Middenstuk: situatie vroeger, situatie nu (of: ontwikkeling van vroeger naar nu)
Slot: conclusie of voorspelling over de situatie in de toekomst.
Verleden-heden-toekomststructuur (bijv. een artikel met de titel "Hoe ging men in het verleden om met virussen en kunnen we daar iets van leren?")
Slide 5 - Tekstslide
Welke tekststructuur herken je?
probleem/oplossingsstructuur
verklaringsstructuur
verleden/hedenstructuur
Slide 6 - Tekstslide
Welke tekststructuur herken je?
probleem/oplossingsstructuur
verklaringsstructuur
verleden/hedenstructuur
Slide 7 - Tekstslide
Welke tekststructuur herken je?
probleem/oplossingsstructuur
verklaringsstructuur
verleden/hedenstructuur
Slide 8 - Tekstslide
Video
Slide 9 - Tekstslide
Argumentatiestructuur
Inleiding: standpunt
Middenstuk: argumenten voor het standpunt // tegenargument // weerlegging
Slot: herhaling stelling // beantwoorden van de vraag
Argumentatiestructuur (bijv. een artikel met de titel "Het vaccineren van kinderen is onzin"
Slide 10 - Tekstslide
Aspectenstructuur
Inleiding: onderwerp
Middenstuk: diverse aspecten van het onderwerp
Slot: samenvatting
Aspectenstructuur (bijv. een artikel met de titel "Welke invloed heeft het Coronavirus op jongeren?"
Slide 11 - Tekstslide
Voor- en nadelenstructuur
Inleiding: vraag of stelling
Middenstuk: voordelen// nadelen
Slot: afweging // conclusie
Voor- nadelenstructuur (bijv. een artikel met de titel "Wat zijn de voor- en nadelen van het vaccineren van jongeren?"
Slide 12 - Tekstslide
Vraag-antwoordstructuur
Inleiding: vraag
Middenstuk: antwoord
Slot: samenvatting of conclusie
vraag-antwoordstructuur (bijv. een artikel met de titel "Welke maatregelen kan ik zelf treffen tegen het coronavirus?"
Slide 13 - Tekstslide
Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur Aspectenstructuur Verklaringsstructuur Voor- en nadelenstructuur
Slide 14 - Tekstslide
Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur Aspectenstructuur Verklaringsstructuur Voor- en nadelenstructuur
Slide 15 - Tekstslide
Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur Aspectenstructuur Verklaringsstructuur Voor- en nadelenstructuur
Slide 16 - Tekstslide
Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Voor- en nadelenstructuur
Slide 17 - Tekstslide
Welke structuur bevat oorzaken in het middenstuk?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
verklaringsstructuur
D
voor- en nadelenstructuur
Slide 18 - Quizvraag
Verklaringsstructuur - inleiding: bepaald verschijnsel - kern: kenmerken/ verklaringen/ voorbeelden - slot: ? Wat moet er op de plaats van het vraagteken staan?
A
samenvatting
B
eigen mening
C
het probleem
D
vraagstelling
Slide 19 - Quizvraag
Inleiding: onderwerp middenstuk: diverse onderdelen van het onderwerp worden besproken slot: samenvatting Deze indeling hoort bij de volgende structuur:
A
argumentatiestructuur
B
voor en nadelen structuur
C
verklaringsstructuur
D
aspectenstructuur
Slide 20 - Quizvraag
Een tekst waarin wordt uitgelegd hoe het broeikaseffect is ontstaan, is een ....
A
Tekst met verklaringsstructuur
B
Tekst met voor- en nadelenstructuur
C
Tekst met argumentatiestructuur
Slide 21 - Quizvraag
Welke tekststructuur herken je door tijdsaanduidingen in de tekst?
A
Verleden/heden (toekomst) structuur
B
Argumentatiestructuur
C
Voor/nadelenstructuur
D
Aspectenstructuur
Slide 22 - Quizvraag
Hoe heet de volgende tekststructuur?
Inleiding: onderwerp
Middenstuk: diverse onderdelen van het onderwerp
Slot: samenvatting
A
aspectenstructuur
B
onderwerpstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
vraag- en antwoordstructuur
Slide 23 - Quizvraag
Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?