Bijwoorden en woordvolgorde
Er zijn in het Engels verschillende soorten bijwoorden, en die hebben hun eigen plaats in de zin.
1 Bijwoorden die iets zeggen over hoe vaak iets gebeurt (bijwoorden van frequentie)
Voorbeelden zijn: always, never, often, usually en sometimes.
Je zet ze:
– vóór het hoofdwerkwoord (het hoofdwerkwoord is het belangrijkste werkwoord in de zin):
We always eat sandwiches for lunch. --> We eten altijd broodjes voor lunch.
My sister often loses her keys. --> Mijn zus verliest vaak haar sleutels.
I never shout at my dog. --> Ik schreeuw nooit tegen mijn hond.