13. NL - 1KGT Spelling blok 5 - maandag 8-3
1 / 36
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat is voltooid deelwoord gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord?
A
vijf
B
vermiste
C
kinderen
D
teruggevonden
Slide 14 - Quizvraag
Wat is voltooid deelwoord gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
verdwaalde
C
groep
D
was
Slide 15 - Quizvraag
Wat is voltooid deelwoord gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord?
A
gevulde
B
tas
C
met
D
eten
Slide 16 - Quizvraag
Wat is voltooid deelwoord gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord?
A
had
B
een
C
gebroken
D
arm
Slide 17 - Quizvraag
Wat is voltooid deelwoord gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
geschrokken
C
kinderen
D
zijn
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Ik gooi de ... (verrotten) appel snel bij het afval.
Slide 20 - Open vraag
Heb jij morgen ook de ... (verplichten) herkansing?
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
De ... (vergroten) trouwfoto van mijn ouders hangt boven hun bed.
Slide 23 - Open vraag
De agent geloofde de ... (verhoren) verdachte niet.
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Verbrede – vergrote – beloofde - verhoorde
A
Korte klank
B
Lange klank
C
-en
Slide 31 - Quizvraag
Verrotte - verplichte – aangebrande - gezette
A
Korte klank
B
Lange klank
C
-en
Slide 32 - Quizvraag
Gebeten - vergeten - bekeken
A
Korte klank
B
Lange klank
C
-en
