VREULS - 4Mavo - Hoofdstuk 2.2- Les 14

Les 14
4 MAVO
WELKOM
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 14
4 MAVO
WELKOM

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Introductie
-Presentielijst
- Wie is meneer Vreuls


Les 14 - Hoofdstuk 2.2
 1. Weet je spaarmotieven en manieren om te sparen te benoemen.

2. Weet je waar de hoogte van de rente afhankelijk van is.

3. Kun je rekenen met verschillende rentesoorten.

4. Kun je verschillende manieren om geld te beleggen noemen.
Na deze les:
Je hebt nodig:
1. Economie boek
(blz 46  - 49)
2. Economieschrift
3. Rekenmachine
4. Schrijfwaren
5

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

- Vorige les

- Theorie Sparen & Beleggen

- Nakijken opdrachten

- Volgende les



Slide 3 - Tekstslide

                         Vorige les

Slide 4 - Tekstslide

sparen      VS     besteden
  • Geen zekerheid inkomen
  • Prijzen gaan mogelijk dalen
  • Je hebt product of dienst niet nodig
  • Prijzen gaan mogelijk stijgen
  • Kan uitverkopen
  • Je wilt meteen ervan genieten

Slide 5 - Tekstslide

Sparen
Redenen om te sparen:

  • Sparen voor een bepaald doel
  • Sparen uit voorzorg
  • Sparen voor de renteopbrengst

Slide 6 - Tekstslide

Sparen
Manieren om te sparen:

  • Thuis in spaarpot

  • Spaarrekening bij een bank
    kort: altijd opneembaar - lage rente
    lang: boeterente bij opnemen - hoge rente

Slide 7 - Tekstslide

Sparen
Hoogte van de rente is afhankelijk van:
  • Hoogte spaarbedrag
  • Looptijd
  • Risico (inflatie)
  • Hoe je spaart
  • Vraag en aanbod van geld
  • Beleid ECB

Slide 8 - Tekstslide

Sparen
Rentesoorten:
  • Nominale rente: Rente bij de bank
  • Reële rente: rente bij de bank - inflatie

  • Vast en variabel
  • Enkelvoudig en samengesteld

Slide 9 - Tekstslide

Beleggen
Je kunt beleggen in goederen zoals kunst, antiek, goud, crypto,  aandelen of obligaties. Je verwacht dan dat deze in de toekomst meer waard worden.
Aandeel: stukje eigenaar van bedrijf - Beloning: divident
Obligatie: waardepapier in ruil voor lening aan bedrijf of overheid.
Deze kunnen worden doorverkocht op de beurs

Slide 10 - Tekstslide

Beleggen
Koerswinst of koersverlies?

Aandelen en obligaties (effecten) kun je voor een hogere of lagere koers verkopen op de beurs.

Hoger: koerswinst
Lager: koersverlies

Slide 11 - Tekstslide

Sparen VS Beleggen
+ Opbrengst is bekend (rente)
+ Inleg 100% gegarandeerd 
+ direct opneembaar zonder
veel kosten

- Hoge inflatie --> lagere opbrengst --> minder waard

+ Hogere opbrengst dan sparen
+ Kans op koerswinst

- inleg kun je verliezen
- Kan op koersverlies

ADVIES: alleen beleggen met geld dat je niet nodig hebt!

Slide 12 - Tekstslide

Nakijken opdrachten




Opdrachten
1 t/m 9

Slide 13 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Introductie
-Presentielijst
- Wie is meneer Vreuls


Les 14 - Hoofdstuk 2.2
 1. Weet je spaarmotieven en manieren om te sparen te benoemen.

2. Weet je waar de hoogte van de rente afhankelijk van is.

3. Kun je rekenen met verschillende rentesoorten.

4. Kun je verschillende manieren om geld te beleggen noemen.
Nu: 
Volgende les:
MAKEN:

MEENEMEN
1. Economie boek
(blz 46  - 49)
2. Economieschrift
3. Rekenmachine
4. Schrijfwaren

Slide 14 - Tekstslide