ik kan uitleggen op welke 2 manieren ik geld kan verdienen met aandelen
ik kan uitleggen wat een obligatie is
ik kan uitleggen waarom beleggen in effecten risicovol kan zijn
ik ken het verschil tussen koerswaarde en nominale waarde
ik kan 3 voorbeelden geven van niet-beursverhandelbare beleggingen
Slide 2 - Tekstslide
Sparen?
Een korte terugblik
Slide 3 - Tekstslide
Beleggen:
Wegzetten van geld om er rendement op te behalen
Rendement: het resultaat van beleggingen
Slide 4 - Tekstslide
Beleggen:
in effecten ("beursverhandelbare beleggingen"):
aandelen
obligaties
Slide 5 - Tekstslide
Aandeel:
bewijs van deelname in het kapitaal van een onderneming:
je wordt 'mede-eigenaar' van de onderneming
Slide 6 - Tekstslide
Aandeel:
bewijs van deelname in het kapitaal van een onderneming:
je wordt 'mede-eigenaar' van de onderneming
je hebt recht op een deel van de winst: dividend (winst-
uitkering)
Slide 7 - Tekstslide
Aandeel: rendement
door (meestal jaarlijkse) dividenduitkering
door koerswinst/koersrendement
Slide 8 - Tekstslide
Risico's beleggen in aandelen
faillissement van het bedrijf: vermogen gedeeltelijk/geheel
kwijt
Slide 9 - Tekstslide
Risico's beleggen in aandelen
faillissement van het bedrijf: vermogen gedeeltelijk/geheel
kwijt
winst valt tegen: lagere winstuitkering
Slide 10 - Tekstslide
Risico's beleggen in aandelen
faillissement van het bedrijf: vermogen gedeeltelijk/geheel
kwijt
winst valt tegen: lagere winstuitkering
onderneming maakt verlies: geen winstuitkering
Slide 11 - Tekstslide
Risico's beleggen in aandelen
faillissement van het bedrijf: vermogen gedeeltelijk/geheel
kwijt
winst valt tegen: lagere winstuitkering
onderneming maakt verlies: geen winstuitkering
daling koerswaarde aandeel: koersverlies als je het aandeel
gaat verkopen
Slide 12 - Tekstslide
Nominale waarde aandeel
de waarde waarvoor een aandeel is uitgegeven door de onderneming
staat op het 'papiertje'
voor dat bedrag ben jij eigenaar van de onderneming
nominale waarde en koerswaarde zijn meestal niet gelijk
Slide 13 - Tekstslide
Koerswaarde aandeel
de waarde waarvoor een aandeel op de beurs verkocht wordt
wordt bepaald door vraag en aanbod naar het aandeel
Vraag naar aandelen wordt bijvoorbeeld bepaald door
succes van een onderneming
berichtgeving over de onderneming
Slide 14 - Tekstslide
Obligatie
stukje van een lening
vooral de overheid, financiële instellingen maken gebruik van obligatieleningen
je krijgt hierover rente vergoed
Slide 15 - Tekstslide
Obligatie kenmerken
minder risicovol dan aandelen (je krijgt je inleg terug)
Slide 16 - Tekstslide
Obligatie kenmerken
minder risicovol dan aandelen (je krijgt je inleg terug)
rente ligt vaak hoger dan bij spaarrekeningen, maar het rendement is minder hoog dan bij aandelen
Slide 17 - Tekstslide
Obligatie kenmerken
minder risicovol dan aandelen (je krijgt je inleg terug)
rente ligt vaak hoger dan bij spaarrekeningen, maar het rendement is minder hoog dan bij aandelen
looptijd vaak tussen 5 en 30 jaar
Slide 18 - Tekstslide
Obligatie kenmerken
minder risicovol dan aandelen (je krijgt je inleg terug)
rente ligt vaak hoger dan bij spaarrekeningen, maar het rendement is minder hoog dan bij aandelen
looptijd vaak tussen 5 en 30 jaar
obligaties kun je ook verhandelen en koerswinst op behalen
Slide 19 - Tekstslide
Obligatie kenmerken
minder risicovol dan aandelen (je krijgt je inleg terug)
rente ligt vaak hoger dan bij spaarrekeningen, maar het rendement is minder hoog dan bij aandelen
looptijd vaak tussen 5 en 30 jaar
obligaties kun je ook verhandelen en koerswinst op behalen
hoogte van de rente is afhankelijk van het risico en de looptijd
Slide 20 - Tekstslide
Beleggingsfondsen
brengen geld van veel beleggers bij elkaar, zodat ze in verschillende soorten effecten kunnen beleggen en daardoor het risico spreiden
Slide 21 - Tekstslide
Niet-beursverhandelbare beleggingen
vastgoed
tropisch hardhout
wijn
boeken
postzegels
cryptovaluta
Slide 22 - Tekstslide
Niet-beursverhandelbare beleggingen
Minder makkelijk verhandelbaar (kost tijd en geld om te kopen/verkopen): daardoor meestal beleggingen voor de lange termijn
Slide 23 - Tekstslide
Verwerking (is niet huiswerk)
Voor huiswerk zie magister
Blz. 49 opgave 1 t/m 4
Blz. 51 opgave 1
Blz. 52 opgave 2 t/m 7
Blz. 53 opgave 1 t/m 3
Slide 24 - Tekstslide
Waar hebben we het over gehad?
aandelen en obligaties
2 manieren waarop je geld kunt verdienen met aandelen/obligaties
Risico's van het beleggen in effecten
Koerswaarde en nominale waarde
Niet-beursverhandelbare beleggingen
Slide 25 - Tekstslide
Waarom is dit handig te weten
Je krijgt inzicht in de soorten beleggingen zoals zij in het boek staan uitgelegd en daarmee kun je voor jezelf bepalen wat je verantwoord vindt m.b.t. beleggen