In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Genotsmiddelen
Slide 1 - Tekstslide
Geef de leerlingen een overzicht van wat ze aan het einde van de les moeten kunnen.
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de verschillende soorten genotsmiddelen en hun werking benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Geef de leerlingen een overzicht van wat ze aan het einde van de les moeten kunnen.
Wat weet je al over genotsmiddelen?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn genotsmiddelen?
Genotsmiddelen zijn stoffen die een prettig gevoel geven wanneer je ze inneemt.
Slide 4 - Tekstslide
Stel de vraag: 'Wat zijn genotsmiddelen?' en bespreek kort wat de leerlingen al weten.
Tabak
Tabak is een genotsmiddel dat je rookt. Het bevat nicotine, wat verslavend werkt.
Slide 5 - Tekstslide
Bespreek de werking van tabak en laat eventueel foto's zien van sigaretten of sigaren.
Leefstijl
Genotsmiddelen
Lichamelijk afhankelijk
Geesetelijk afhankelijk
Nicotine
al je gewoontes van eten, drinken, roken, slapen, (school) werk, bewegen en ontspannen.
Mensen gebruiken genotmiddelen om zich beter te voelen, ze krijgen er een lekker gevoel van.
Je lichaam heeft het genotmiddel nodig om te kunnen functioneren
Je hebt het gevoel dat je niet zonder het genotmiddel kunt
Een verslavende stof
Slide 6 - Sleepvraag
Advance organizer Begrippen
Slide 7 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Alcohol
Alcohol is een genotsmiddel dat je kunt drinken. Het zorgt ervoor dat je je ontspannen voelt, maar kan ook zorgen voor agressie en verminderde concentratie.
Slide 8 - Tekstslide
Bespreek de werking van alcohol en benoem de gevaren van te veel drinken.
Lachgas
Lachgas is een gas dat je inademt. Het zorgt voor een kortdurende roes en een lachkick.
Slide 9 - Tekstslide
Bespreek de werking van lachgas en benoem de gevaren van het inademen van gassen.
Wat is het risico van lachgas?
A
Alertheid
B
Hersenschade
C
Verslaving
D
Sterke spieren
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Cannabis
Cannabis is een genotsmiddel dat je kunt roken of eten. Het zorgt voor een ontspannen gevoel en een veranderde waarneming.
Slide 11 - Tekstslide
Bespreek de werking van cannabis en benoem de gevaren van het gebruik van drugs.
Slide 12 - Video
Deze slide heeft geen instructies
XTC
XTC is een drug die je kunt slikken. Het zorgt voor een energiek en gelukzalig gevoel, maar kan ook zorgen voor uitdroging en oververhitting.
Slide 13 - Tekstslide
Bespreek de werking en gevaren van XTC. Benadruk dat het gebruik van drugs illegaal is.
Verslaving
Genotsmiddelen kunnen zorgen voor verslaving. Dit betekent dat je steeds meer nodig hebt om hetzelfde effect te voelen en dat stoppen moeilijk is.
Slide 14 - Tekstslide
Bespreek wat verslaving is en benadruk dat het belangrijk is om op tijd hulp te zoeken als je denkt dat je verslaafd bent.
Samenvatting
Je hebt vandaag geleerd over verschillende soorten genotsmiddelen en hun werking. Weet jij nu wat de gevaren zijn van genotsmiddelen?
Slide 15 - Tekstslide
Vat kort de les samen en stel een vraag om te zien of de leerlingen de stof begrepen hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 16 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Einde
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Cijfer opdracht
Maak een flyer Luister naar de uitleg en demonstratie van de docent!
Slide 19 - Tekstslide
Geef de leerlingen de opdracht om een poster te maken en bespreek waar ze op moeten letten bij het maken van de poster.