proeftoets jaar 1

proeftoets jaar 1
12-10-2023
Hoofdstuk 1
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

proeftoets jaar 1
12-10-2023
Hoofdstuk 1

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg
Je gaat zo de oefentoets voor engels maken.
Je wordt getoetst op woordjes, zinnen en grammatica
Wanneer je klaar bent ga je aan de slag met een ander vak.
De gene die de meeste vragen goed heeft krijgt 3 munten.
de gene daarna 2 en de gene daarna 1
Let op! ik kan het zien als je niet op deze website zit. Dan moet je jouw telefoon inleveren tot 16.45.

Slide 2 - Tekstslide

nederlandse vertaling van
Athletic

Slide 3 - Open vraag

nederlandse vertaling van
mountain

Slide 4 - Open vraag

nederlandse vertaling van
speed

Slide 5 - Open vraag

nederlandse vertaling van
dangerous

Slide 6 - Open vraag

nederlandse vertaling van
Annoying

Slide 7 - Open vraag

nederlandse vertaling van
niece

Slide 8 - Open vraag

nederlandse vertaling van
cheerful

Slide 9 - Open vraag

Engelse vertaling van
strand

Slide 10 - Open vraag

Engelse vertaling van
verlegen

Slide 11 - Open vraag

Engelse vertaling van
bos

Slide 12 - Open vraag

Engelse vertaling van
kaal

Slide 13 - Open vraag

Engelse vertaling van
bijnaam

Slide 14 - Open vraag

Engelse vertaling van
vlakbij

Slide 15 - Open vraag

kies de juiste object pronoun
(voorwerpsvorm)

je krijgt zo meteen zinnen te zien en jij moet kiezen welke voorwerpsvorm er het beste in past. bijvoorbeeld he of him

Slide 16 - Tekstslide

I really want to meet ____
A
They
B
Them

Slide 17 - Quizvraag

Tim is ______ bestfriend
A
I
B
My

Slide 18 - Quizvraag

_____ is always friendly
A
He
B
Him

Slide 19 - Quizvraag

Wait for _____! we are going the same way
A
Us
B
She

Slide 20 - Quizvraag

What was her name? I can't remember ____
A
It
B
Them

Slide 21 - Quizvraag

He is in love with ________
A
Her
B
She

Slide 22 - Quizvraag

Vraagwoorden
De volgende slides gaan over vraagworden. 
wie, wat, waar, wanneer, waarom, welke, wiens en hoe?

Slide 23 - Tekstslide

Wanneer gebruik je
who?

Slide 24 - Open vraag

Wanneer gebruik je
what?

Slide 25 - Open vraag

Wanneer gebruik je
where?

Slide 26 - Open vraag

Wanneer gebruik je
when?

Slide 27 - Open vraag

Wanneer gebruik je
why?

Slide 28 - Open vraag

Wanneer gebruik je
which?

Slide 29 - Open vraag

Wanneer gebruik je
whose?

Slide 30 - Open vraag

Wanneer gebruik je
How?

Slide 31 - Open vraag

Verzin drie vragen met drie verschillende vraagwoorden.

Slide 32 - Open vraag

Voel je je voorbereid op de toets?

Slide 33 - Open vraag

Waar wil je meer uitleg over?

Slide 34 - Open vraag