De ultieme Quiz Threshold 1 schriftelijk

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Zet de verba in imperfectum

Ik (gaan) vroeger elke dag naar de supermarkt.

Mijn zus (lezen) graag boeken toen ze een kind was.

Mijn partner en ik (doen) niet veel tijdens de vakantie

Jouw kinderen (wandelen) vroeger naar school

Maria (nemen) vorig weekend een warme douche

Wat is een frietketel?

besparen

klagen

behalen

allebei

steken

energie

over het weer

een diploma

ze hebben __ blauwe ogen

de stekker in het stopcontact

wat doe jij graag?

een ... film

1. fantastisch
2. fantastische

een ... weekend

laatste

1. prettig
2. prettige

Er rijdt een ... auto door de straat.

1. grijs
2. grijze

Het ... ei ligt klaar.

1. vers
2. verse

Het is belangrijk om ... water te drinken.

1. zuiver
2. zuivere

De ... vrouw in de wereld is 2meter31.

1. dikste
2. kleinste
3. kortste
4. grootste

De vrouw is ... dan Marie.

1. sterker
2. sterkste
3. zwakker
4. zwakste

De vrouw hoepelt met de ... hoepels in de wereld.

1. veel
2. weinig
3. meeste
4. minste

De ... pizza in de wereld is 1,8km.

1. mooiste
2. lekkerste
3. langste
4. kortste

De voeten van Ahmad zijn ... dan de voeten van de man links (maat 68).

1. groter
2. kleiner
3. grootste
4. kleinste

Ik heb me niet gehaast, ___ heb ik mijn bus gemist

1. dus
2. toch

Ze zien elkaar niet veel, ___ zijn ze de beste vrienden

1. dus
2. toch

De leraar is ziek, ___ komt hij naar school

1. dus
2. toch

Ik kan niet goed koken, ___ ga ik vaak op restaurant

1. dus
2. toch

Youssef is heel slordig, ___ moet hij altijd naar zijn sleutels zoeken.

1. dus
2. toch

Maak een correcte zin:
de 20 km van Brussel - Mijn collega - winnen

een zieke collega - Vroeger - vervangen - regelmatig - ik

zoeken - de schat - De kinderen - van de piraat

geef een antoniem voor gesloten

geef een synoniem voor
op tijd