In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Schrijf de samenstelling op een correcte manier
Slide 1 - Tekstslide
gebruiker + naam
Slide 2 - Open vraag
gebruikersnaam
In deze samenstelling hoor je duidelijk een 's' als tussenletter.
Slide 3 - Tekstslide
station + chef
Slide 4 - Open vraag
stationschef
Het rechterdeel begint met een sisklank. Om zeker te zijn of we een tussenletter noteren, kijken we naar een andere samenstelling waarin het linker woord voorkomt.
bv: stationsroman
Slide 5 - Tekstslide
kat + kruid
Slide 6 - Open vraag
kattenkruid
Het woord kat is een zelfstandig naamwoord en heeft één meervoudsvorm. Die meervoudsvorm eindigt op -en.
Slide 7 - Tekstslide
spin + wiel
Slide 8 - Open vraag
Waarom staat er bij 'spinnewiel' geen tussenletter 'en'?
A
Omdat het woord spin niet op -en eindigt in het meervoud.
B
Omdat het linker deel (spinne) een werkwoord is.
C
Omdat het woord 'spin' een uniek woord is.
D
Omdat het linker deel een bijvoeglijk naamwoord is.
Slide 9 - Quizvraag
spinnewiel
Het woord spinnewiel wordt niet met tussenletters 'en' geschreven, omdat het linker woord namelijk een werkwoord is (= spinnen).
Slide 10 - Tekstslide
zon + straal
Slide 11 - Open vraag
zonnestraal
De zon is uniek, want wij zien er maar 1, daarom wordt hier de tussenletter 'e' gebruikt.
Slide 12 - Tekstslide
arm + lui
Slide 13 - Open vraag
armelui
Het linker deel (arm) is een bijvoeglijk naamwoord. Daarom gebruiken we de tussenletter 'e'.
Slide 14 - Tekstslide
groente + soep
Slide 15 - Open vraag
groentesoep
Groente heeft twee meervoudsvormen: groenten en groentes. Als een zelfstandig naamwoord in het meervoud zowel op -en als op -s eindigt, dan gebruiken we de tussenletter 'e'.