Tussenletters bij samenstellingen

Herhaling
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

bevolkingstoename
schoonheidskenmerken
identiteitsverandering
kunstenaarsverzameling
schildersdoek
kruidenierszaak
Heel vaak schrijf je een -s als het eerste deel
eindigt op -ing, -heid, -teit, -aar, -er, -ier.
  • bevolkingstoename
  • schoonheidskenmerken
  • identiteitsverandering
  • kunstenaarsverzameling
  • schildersdoek
  • kruidenierszaak
Nog wat tips bij de tussenletter 's'.
Heel vaak schrijf je een -s als het eerste deel
eindigt op -ing, -heid, -teit, -aar, -er, -ier.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Goed of fout?  Sleep de woorden naar het juiste vak. 
juist!
fout!
voetgangeroversteekplaats
bevolkingsminderheid
metselaarsuitrusting
douanieruniform
minderheidaandeel
kwaliteitsnormen
ambtenaarsstatuut
kruideniersmentaliteit
identiteitscontrole
evenaargebieden

Slide 4 - Sleepvraag

deze uitgangen krijgen meestal een 's' als tussenletter
Deze uitgangen hebben niets met de 's' als tussenletter te maken.
-er
-ier
-teit
-heid
-aar
-ing
-uur
-or
-tig
-lijk
-ken
-ren

Slide 5 - Sleepvraag

Maar... Heel wat woorden komen zowel met als zonder tussen-s voor. 
Raadpleeg voor die gevallen altijd de (online)woordenlijst, want soms zijn beide spellingen correct.
bv. :
  • drug(s)trafiek
  • gewicht(s)probleem
Als het tweede lid met een sisklank begint, hoor je de tussenklank -s niet altijd.
Tip: vervang het tweede lid dat met een sisklank begint door een ander woord dat niet met een sisklank begint. Hoor je dan een -s, dan schrijf je die.
bv.:
  • Stationsstraat (Stationsplein)
  • bruidssuite (bruidsjurk)

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling

Slide 7 - Tekstslide

douche + gordijn
A
douchesgordijn
B
douchegordijn
C
douchengordijn
D
douchgordijn

Slide 8 - Quizvraag

waarom is het: 'douchegordijn'?
A
Het meervoud van douche is douches en maar er is een sjwa, dus is er geen tussenletter
B
Het meervoud van douche is douches, dus is er geen tussenletter.
C
Het meervoud van douche is zowel douchen als douches en het woord eindigt met een sjwa

Slide 9 - Quizvraag

meerwaarde + zoeker
A
meerwaardezoeker
B
meerwaardenzoeker
C
meerwaardeszoeker
D
meerwaardszoeker

Slide 10 - Quizvraag

waarom is het:
'meerwaardezoeker'?
A
Er bestaat geen meervoud van meerwaarde
B
Het meervoud is meerwaardes, dus is er geen tussenletter
C
Het meervoud is zowel meerwaardes als meerwaarden en het woord eindigt met een sjwa

Slide 11 - Quizvraag

bruid + jurk
A
bruidjurk
B
bruidsjurk
C
bruidenjurk

Slide 12 - Quizvraag

waarom is het:
'bruidsjurk'
A
Bij meervoud op 'en' komt er een 's' bij
B
Het is de bezittelijke vorm.
C
Je hoort de 's' in alle mogelijke samenstellingen met 'bruid', dus schrijf je die ook.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Maar er zijn uitzonderingen!

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer het linker deel van de samenstelling  
geen meervoud heeft.
rijst
rogge
aarde
(het zijn er niet zoveel) 
....
uitzondering 1

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer het linker deel van de samenstelling  geen meervoud heeft, dan schrijven we de tussenletter 'e'. 
rijst
rogge
aarde
(het zijn er niet zoveel) 
....
uitzondering 1

Slide 17 - Tekstslide

Het linker deel van de samenstelling heeft geen meervoud.
DAN IS DE TUSSENLETTER EEN 'E'. 
Deze zelfstandige naamwoorden zijn niet-telbaar. 
Ze komen zelden voor met een onbepaald lidwoord (een rijst zeg je niet).
MAAR DE UITZONDERINGSREGEL IS NIET SLUITEND!
De regel is slechts van toepassing op sommige van deze woorden. 
uitzondering 1

Slide 18 - Tekstslide

rijst + pap
A
rijstpap
B
rijstepap
C
rijstenpap

Slide 19 - Quizvraag

De woordenlijst (Het Groen Boekje) vermeldt zowel rijstpap als rijstepap!

Waar is die uitzonderingsregel dan?

Slide 20 - Tekstslide

rogge + brood
A
roggenbrood
B
rogbrood
C
roggebrood

Slide 21 - Quizvraag

Maar die regel gaat niet op in gevallen zoals bij: 

hout
rommel 
vee
onzin
melk
informatie
...

Slide 22 - Tekstslide

Je schrijft NOOIT : 
houteworm
rommelekamer
veeëkudde
onzinneverkoper
melkeboer
informatieëkanaal
...

Slide 23 - Tekstslide

hout + zagerij
A
houtezagerij
B
houtzagerij
C
houtenzagerij
D
houtszagerij

Slide 24 - Quizvraag

Waarom is het 'houtzagerij'
A
Er is geen verklaring: je kan dit niet uitleggen met de regels over tussenletters.
B
Dit is geen samenstelling meer, maar een begrip. De spellingsregels tellen hier niet.
C
Hout is op zich een meervoud, niet eindigend op een sjwa dus komt er geen tussenletter.

Slide 25 - Quizvraag

vee + stapel
A
veeënstapel
B
veestapel
C
veesstapel
D
veeëstapel

Slide 26 - Quizvraag

waarom is het 'veestapel'?
Meerder antwoorden mogelijk!
A
Het meervoud van vee is vees en dan komt er geen tussenletter.
B
Er is geen verklaring voor: we kennen dit woord zoals het is.
C
Er is geen meervoud van vee dus is er geen tussenletter.
D
Het is een uitzondering op een uitzondering.

Slide 27 - Quizvraag

Conclusie: uitzonderingsregel 1 is maar beperkt toepasbaar... 

Slide 28 - Tekstslide

Zijn er dan wel uitzonderingsregels die we wel moeten onthouden?
JA!

Slide 29 - Tekstslide

We nemen ze samen door, klassikaal!

Slide 30 - Tekstslide