Cursus 1-§3-tekstdoelen, tekstsoorten/ zelf aan de slag
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je hoe je het doel van een tekst kunt bepalen en kun je schrijven en spreken met een herkenbaar doel
Slide 2 - Tekstslide
Elke tekst wordt geschreven met een doel: de schrijver wil iets bereiken. Er zijn vijf tekstdoelen:
amuseren,
informeren,
instrueren,
overtuigen en
activeren.
Je kunt het tekstdoel bepalen als je weet wat het belangrijkste is wat de schrijver met de tekst wil bereiken.
Slide 3 - Tekstslide
Vaak heeft een tekstsoort een vast tekstdoel. Zo is een grapje bedoeld om je aan het lachen te maken (amuseren) en een reclamefolder om je iets te laten kopen (activeren).
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 6 - Link
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
Slide 7 - Tekstslide
Aan de slag
Slide 8 - Tekstslide
Lees nog eens goed de theorie op blz. 24
Maken:
§ 3 Tekstdoelen en tekstsoorten
Opdracht 1 t/m 4
blz. 24 t/m 26
opdracht 5 en 6 online met oordopjes ( geen oordopjes? dan maak je het thuis en je gaat verder met opdr. 7-8)
opdracht 7+8
blz. 26
Slide 9 - Tekstslide
H1E- 2022-2023
Slide 10 - Tekstslide
Niet alleen teksten die je leest en beluistert, hebben een doel. Ook met teksten die je zelf schrijft of uitspreekt, of met eigengemaakte filmpjes, wil je amuseren, informeren, instrueren, overtuigen of activeren.
Zo kun je in een discussie of debat anderen overhalen tot een bepaalde mening (overtuigen) en in een vlog laten zien hoe je een batterij maakt of hoe je extensies in je haar vastzet (instrueren).
Zo bereik je als schrijver of spreker je tekstdoel
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 13 - Link
Maken:
§3
opdr. 9 op fluistertoon als je klasgenoot naast je ook klaar is
Kun je niet samen verder met opdr. 9, dan begin je eerst met opdr.10