Lezen 2-2
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Onderwerp van een tekst. Waar moet je naar kijken?
A
titel
B
eerste zin
Slide 7 - Quizvraag
Onderwerp van een tekst. Waar moet je naar kijken?
A
gekke woorden
B
anders gedrukte woorden
Slide 8 - Quizvraag
Onderwerp van een tekst. Waar moet je naar kijken?
A
plaatjes
B
bron
Slide 9 - Quizvraag
Onderwerp van een tekst. Welke alinea lees je?
A
de eerste
B
de tweede
C
de derde
D
de vierde
Slide 10 - Quizvraag
Uit welke delen bestaan veel teksten?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
D
samenvatting
Slide 11 - Quizvraag
In welk deel maak je kennis met het onderwerp van de tekst?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
In welk deel maak je kennis met het onderwerp van de tekst?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 14 - Quizvraag
1. Wat is het verschil tussen een onderwerp en een deelonderwerp?
A
Er is geen verschil.
B
Een onderwerp gaat over de hele tekst. Een deelonderwerp is het onderwerp van een alinea (een deel van de tekst).
C
Een deelonderwerp gaat over de hele tekst. Een onderwerp is het onderwerp van een alinea (een deel van de tekst).
Slide 15 - Quizvraag
Wat is NIET waar?
Een deelonderwerp...
A
...wordt soms door
middel van een deeltitel weergegeven.
B
...vind je in de inleiding
en het slot.
C
...kan uit één, maar ook uit meerdere alinea's bestaan.
D
...behandelt een deel van
het onderwerp (in een tekstgedeelte).
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één of een paar woorden waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.
