Voorraadbeheer en veiligheidsvoorschriften STOC

Interactieve les
STOC: Module ? - Mariete Verkade
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Coördinatie en beheer 2MBOStudiejaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Interactieve les
STOC: Module ? - Mariete Verkade

Slide 1 - Tekstslide

Fotovraag
Je ziet 3 foto's. Daarna raad je het onderwerp van de les. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Deze les gaat over....?
A
Schoonmaak en babyspeelgoed
B
Beleid en inrichten van de ruimte
C
Beheer en veiligheidsvoorschriften
D
Visie en protocollen kinderopvang

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Tekstslide

Waar stond bij de 5 essen de eerste S voor?
A
Schoonmaken
B
Schikken
C
Sorteren
D
Standaardiseren

Slide 10 - Quizvraag

Waar stond bij de 5 essen de laatste S voor?
A
Systematiseren
B
Schoonmaken
C
Schikken
D
Standaardiseren

Slide 11 - Quizvraag

Wat weet jij al van voorraadbeheer?
A
Niets
B
Weinig, Ik zie collegae het wel eens doen
C
Redelijk veel. Ik heb al eens met collega's hier over gepraat
D
veel, ook al (samen) gedaan op stage.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Praktijksituatie Mike
Mike is GPM'er en werkt bij een kinderopvang in Gelderland. Het bestellen van goederen en diensten behoort tot zijn takenpakket. Mike krijgt de opdracht om voor een team van tien personeelsleden de kantoorartikelen te bestellen. Denk aan pennen, schriften, kladblokken, potloden, stickers, stiften, gummetjes en puntenslijpers. De voorraad moet minimaal twee kalenderjaren meegaan. Mike bestelt ook 24 pakken chocolademelk die bij de kleine supermarkt om de hoek in de aanbieding zijn. Daarnaast zijn er twee nieuwe driewielers nodig. Het management geeft aan dat deze gekocht kunnen worden bij IKEA, fietswinkel.nl of bij een fietsenzaak in Ede.
Na twee weken zijn de kantoorartikelen tegen de gemaakte afspraken in nog niet geleverd. Bovendien heeft Mike ontdekt dat er een leverancier is die de producten 25% goedkoper kan leveren. De potloden en pennen zijn dan wel van een ander merk. Zover Mike kan nagaan, is de kwaliteit van de potloden en pennen bij deze leverancier minder goed.

Slide 14 - Tekstslide

Vraag: Bij welke zaak adviseer jij Mike om de driewielers te bestellen?
Geef daarvoor 1 argument.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Noteer 1 vraag die Mike zich vooraf zal stellen bij het kiezen van een leverancier voor de producten die hij nodig heeft.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Vraag: Hoe kan Mike een idee krijgen van:
1. de hoeveelheid kantoorartikelen die hij moet bestellen;
2. het bedrag dat hij voor zijn bestelling moet betalen;
3. een leverancier die hij kan benaderen?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Vraag : Noteer een reden dat Mike de chocolademelk bij de supermarkt om de hoek koopt én noteer een redenen waarom hij dit niet zal doen.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Welk advies geef je aan Mike ten aanzien van de nog niet geleverde kantoorartikelen?
A
Moet hij zijn bestelling annuleren en bij de andere leverancier een bestelling plaatsen?
B
Moet hij een deel van zijn bestelling annuleren en deze materialen bij de andere leverancier bestellen?
C
Kan Mike de bestelling nog wel annuleren (welke rol speelt de koopovereenkomst hierbij)?
D
Geen van de 3 adviezen

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

1. Zijn de service-ervaringen met de leverancier positief?
2. Is het duidelijk welke medewerker van de leverancier de contactpersoon is voor de kinderopvang- organisatie?

3. Geeft een leverancier de mogelijkheid om op maat te handelen.

4. Weet je als kinderopvangorganisatie waar je met de leverancier aan toe bent.

5. Heeft de vestigingsplaats van de leverancier invloed op de houdbaarheid van het product?
Fysieke bereikbaarheid

Betrouwbaarheid

Flexibiliteit
Communicatieve bereikbaarheid

Service

Slide 26 - Sleepvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Stelling
Juist
Onjuist
Het werken in rubrieken maakt het voorraadbeheer overzichtelijk.
Bij het bijhouden van de voorraad is het belangrijk om duidelijk aan te geven wanneer wat en bij wie is besteld.
Bij  het bijhouden van de voorraad kan het overzicht ook per leverancier worden gemaakt.
Het is bij digitaal voorraadbeheer onnodig om de opgeslagen versie van het document een code of nummer te geven en de datum erbij te vermelden.
Het hebben van een grote, overzichtelijke voorraad is het uitgangsprincipe van ‘just in time’.
Toepassen van de techniek van de vijf essen brengt structuur in het voorraadbeheer.

timer
1:00

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

timer
1:00
Besteling Incidenteel
Bestelling: Regelmatig

Carnavals-kostuums
Stoeltjes en tafeltjes
Zeep
Administratieve materialen

Slide 32 - Sleepvraag

Slide 33 - Tekstslide

A. Gaat het snel leveren van de producten ten koste van de kwaliteit van deze producten?
B. Heeft de leverancier op bepaalde dagen bepaalde materialen in de aanbieding?
C. Hoe is de verhouding tussen de prijs van de aan te schaffen materialen en de kwaliteit?
D. Zijn milieuvriendelijke materialen duurder dan niet-milieuvriendelijke materialen?
E. Wat zijn de kosten om het materiaal bij de leverancier op te halen?
F. Is het zo dat je zonder nieuwe materialen in de problemen komt?
G.. Is het verstandig om voor hetzelfde product meerdere leveranciers te hebben?
H.. Welke consequenties heeft het keurmerk op de aanschafprijs?
I. Bepaalt het ‘in’ zijn van de spullen de omvang van de bestelling?
J. Is de aanschaf van de materialen voordeliger dan het huren van een ruimte om de materialen op te slaan?
De noodzaak van de aanschaf

De houdbaarheid van de spullen

De omvang van de materialen
De prijs van de materialen
Het tempo van de aanschaf
De manier van verkrijgen
De kwaliteit va nde leverancier
Het tijdstip van bestellen en leveren
De veiligheid van de materialen 
De milieuvriendelijkheid van het product

Slide 34 - Sleepvraag

A. Gaat het snel leveren van de producten ten koste van de kwaliteit van deze producten?
B. Heeft de leverancier op bepaalde dagen bepaalde materialen in de aanbieding?
C. Hoe is de verhouding tussen de prijs van de aan te schaffen materialen en de kwaliteit?
D. Zijn milieuvriendelijke materialen duurder dan niet-milieuvriendelijke materialen?
E. Wat zijn de kosten om het materiaal bij de leverancier op te halen?
F. Is het zo dat je zonder nieuwe materialen in de problemen komt?
G.. Is het verstandig om voor hetzelfde product meerdere leveranciers te hebben?
H.. Welke consequenties heeft het keurmerk op de aanschafprijs?
I. Bepaalt het ‘in’ zijn van de spullen de omvang van de bestelling?
J. Is de aanschaf van de materialen voordeliger dan het huren van een ruimte om de materialen op te slaan?
De noodzaak van de aanschaf

De houdbaarheid van de spullen

De omvang van de materialen
De prijs van de materialen
Het tempo van de aanschaf
De manier van verkrijgen
De kwaliteit va nde leverancier
Het tijdstip van bestellen en leveren
De veiligheid van de materialen 
De milieuvriendelijkheid van het product

Slide 35 - Sleepvraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Vragen
  1. Wat is een non-profit organisatie?
  2. Wat is een budget?
  3. Wat kun je op een resultaatrekening zien?
  4. Wat is een beginbalans?
  5. Wat is een begroting?
  6. Wat betekent debet en credit?
  7. Wanneer moet je als GPM'er aan budget bewaking doen?


Slide 38 - Tekstslide

Antwoorden
  • Non-profit betekent dat de kosten en de baten (inkomsten) van de opvang in evenwicht moeten zijn.
  • Op de beginbalans staan alle bezittingen, schulden en het eigen vermogen van de kinderopvang aan het begin van het begrotingsjaar. Het eigen vermogen van de kinderopvang is het geld dat de kinderopvang heeft. De beginbalans bestaat uit twee delen: aan de linkerkant van de balans staan de activa.
  • Van deze verwachte inkomsten en uitgaven wordt van te voren vaak al een overzicht gemaakt om in te kunnen schatten of een bedrijf geld overhoudt of juist tekort komt. Dit noemen we een begroting.
  • Een budget is een bedrag dat is gereserveerd voor een plan, actie of activiteit met een aangegeven doelstelling.

Slide 39 - Tekstslide

Evaluatie vraag: is deze manier van vragen bespreken prettig?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll