zinsontleding gemengd - les 33

Zinsontleding les 33
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Zinsontleding les 33

Slide 1 - Tekstslide

Lessonup.app
1. ga naar de site:
Lessonup.app
2. vul daar de code in
 die linksonder staat
3. Vul je voornaam met een 
HOOFDLETTER in
4. Gelukt? Doe je Chromebook dicht
VANDAAG MOET JE POTLOOD EN PEN HEBBEN

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde in een zin?
A
Door de zin vragend te maken
B
wie of wat + persoonsvorm
C
Alle werkwoorden in de zin
D
Wie of wat + onderwerp + gezegde

Slide 3 - Quizvraag

Wat hebben deze allemaal
gemeen?

Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp

Slide 4 - Tekstslide

Verdelen in zinsdelen

Slide 5 - Tekstslide

De  hond  heeft  het  bot  begraven.
1. Bepaal eerst de persoonsvorm (pv)
2. Maak steeds een andere zin               
3. Zet tussen de zinsdelen een streep
1.

Slide 6 - Tekstslide

Verdeel de volgende zin goed.
"De kabouter heeft in de paddenstoel gewoond."
Gebruik --> l (kleine L)

Slide 7 - Open vraag

De kabouter | heeft | in de paddenstoel | gewoond.
1. Bepaal eerst de persoonsvorm (pv)
2. Maak steeds een andere zin               
3. Zet tussen de zinsdelen een streep
2.

Slide 8 - Tekstslide

Sleep de woorden naar de juiste plek
Persoonsvorm

Onderwerp
Lijdend voorwerp
Het
meisje
verkoopt
haar
jas

Slide 9 - Sleepvraag

Verdelen in zinsdelen

Slide 10 - Tekstslide

Timo  heeft  de  vaas  omgegooid.
1. Bepaal eerst de persoonsvorm (pv)
2. Maak steeds een andere zin               
3. Zet tussen de zinsdelen een streep
4.

Slide 11 - Tekstslide

 Onze  ouders  bakken  een  taart.
1. Bepaal eerst de persoonsvorm (pv)
2. Maak steeds een andere zin               
3.                                                                           
5.

Slide 12 - Tekstslide

 Merle  heeft  de  brief   verstuurd.
1.                                                                            
2. Maak steeds een andere zin n           
3.                                                                           
6.

Slide 13 - Tekstslide

De  fiets  is  gestolen.
7.

Slide 14 - Tekstslide

De  leerkracht  heeft  de  toetsen  uitgedeeld.
8.

Slide 15 - Tekstslide

Zijn  moeder  doet  de  boodschappen
9.

Slide 16 - Tekstslide

 Merel  is  naar  huis  gefietst.
10.

Slide 17 - Tekstslide