H2 2 hv 2023 HV2B HV2C bijvoeglijk naamwoord 18 december 2023

Chapitre 2
Ma famille à moi!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 2
Ma famille à moi!

Slide 1 - Tekstslide

Planning d'aujourd'hui
* Bijvoeglijk naamwoord blz. 72: opdracht 17 b c en 18 alles
* nakijken stencil over het bijvoeglijk naamwoord


So H2 : A t/m D  zie magister wat je precies moet leren






Slide 2 - Tekstslide

Sur la table....
* TES LIVRES: 
Cahier d'activités A
(Livre d'activités voortaan)

* TON CAHIER
* TA TROUSSE
* TON ORDINATEUR

Slide 3 - Tekstslide

Les adjectives!
De bijvoeglijke naamwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Les adjectives!
Wat heb je geleerd in de vorige les over de plaats waar het bijvoeglijk naamwoord in het Frans staat?

Slide 5 - Tekstslide

Les adjectives!
De regel in het Frans is:

Alle bijvoeglijke naamwoorden staan ACHTER het zelfstandige naamwoord.

Slide 6 - Tekstslide

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord 
De regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd ACHTER het zelfstandige naamwoord (kleuren, nationaliteiten etc):

      un chien adorable                     een schattige hond
      deux soeurs françaises             twee franse zusjes
      trois maisons vertes                  drie groene huizen.
      un garçon intelligent                  een intelligente jongen
      deux filles sportives                   twee sportieve meisjes

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (plaats)
Dus de regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd ACHTER het zelfstandige naamwoord:

MAAR NATUURLIJK ZIJN ER UITZONDERINGEN!!!!
Kijk mee!
Luister mee!


Slide 8 - Tekstslide

Deze 12 bijvoeglijke naamwoorden staan ervoor!
bon, grand, petit

premier, dernier, joli

jeune, vieux, nouveau

mauvais, long, beau

Ze vormen een rijmpje  en dat moet je uit je hoofd leren: Fr-Nl en Nl-Fr

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het rijmpje in het Frans van de bijvoeglijke naamwoorden die VOOR het zelfstandig naamwoord staan?:

Slide 10 - Woordweb

Dus deze 12 bijvoeglijke naamwoorden staan ervoor!
bon, grand, petit
premier, dernier, joli
jeune, vieux, nouveau
mauvais, long, beau



Slide 11 - Tekstslide

les adjectives!
Eerst even een samenvatting van het geheel.

Slide 12 - Tekstslide

Les adjectifs qualicatifs! De bijvoeglijke naamwoorden
De vormen:
1. Regelmatige bijvoeglijke naamwoorden: grand petit dernier joli vert bleu noir  etc.
2. Onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden: beau belle vieux vieille bon bonne etc.

De plaats:
De regel is: bijvoeglijke naamwoorden staan altijd achter het zelfstandig naamwoord: 
Voorbeelden: une maison verte,  deux soeurs intelligentes,  une grand-mère française etc.

Uitzondering!: behalve 12  bijzondere. Zij vormen een rijmpje: 
bon  grand  petit  premier  dernier  joli  jeune  vieux  nouveau  mauvais  long  beau

Slide 13 - Tekstslide

Prends ton cahier!
Il faut prendre des notes!

Slide 14 - Tekstslide

Les adjectifs qualicatifs! De bijvoeglijke naamwoorden
Het kruisjessysteem:      


         |                           |                           |  
---------------            --------------            --------------
         |                           |                           | 

    
 

Slide 15 - Tekstslide

Regelmatige vormen
Regelmatige vormen:
 
grand       grande         petit     petite           joli     jolie       vert   verte
grands      grandes      petits    petites         jolis   jolies     verts   vertes
     
      groot/grote                 klein/kleine           leuk/leuke         groen
                                                                   mooi/mooie        groene
                                                                                       

Slide 16 - Tekstslide

Onregelmatige vormen
Soms verandert er meer dan 1  letter: 

bon    bonne     vieux  vieille     nouveau  nouvelle      beau   belle              
bons  bonnes   vieux   vieilles   nouveaux nouvelles   beaux belles                
 goed / goede      oud / oude       nieuw / nieuwe          mooi / mooie       

Deze leer je ook allemaal uit het hoofd: Fr-Nl en Nl-Fr

Slide 17 - Tekstslide

Welke bijvoeglijke naamwoorden staan erachter?
intéressant, amusant, intelligent, content (blij/tevreden)          
dangereux, malheureux, heureux (gelukkig)
chaud (warm), froid (koud), sportif
rouge, noir, vert, bleu, blanc, jaune, orange etc. (alle kleuren)
allemand, anglais, espagnol, néerlandais, amicain, italien etc. (alle nationaliteiten)

Voorbeeld: un garçon anglais intelligent              

Onthoud goed, deze kunnen ook  veranderenvan vorm!!
Voorbeeld: une fille anglaise intelligente      deux filles sportives intaliennes

Slide 18 - Tekstslide

Vertaal: Zij is een sportief Duits meisje.

Slide 19 - Open vraag

Welke vorm en welke plaats?:
Ma soeur a 4 ( beau).....................poissons................

Slide 20 - Open vraag

Welke vorm en welke plaats?:
Ma soeur a 4 ( beau).....................poules................

Slide 21 - Open vraag

Welke vorm en welke plaats?:
Ma soeur a 4 (noir).....................poules................

Slide 22 - Open vraag

Prends ton livre!
Livre d'activités A:
page  70   grammaire D

Faire:
Exercices:  16 alles
                   17 alles
                  
                  
 







Slide 23 - Tekstslide

Prends ton livre!
Stencil

Slide 24 - Tekstslide

In deze Franse les ben ik meer te weten gekomen over.......

Slide 25 - Woordweb

La fin du cours. À la prochaine!

Slide 26 - Tekstslide

Instruction
Wat     : Maken van "intro" op blz. 6: opdracht 1b,2 en 3
Hoe     : Zorg dat je de vragen goed leest!  Je werkt IN JE BOEK!
Wie     :  Overleg in tweetallen
Tijd     :  10 minuten
Klaar  :  Starten met leren Apprendre 1: 
              Schrijf de woordjes voluit achterin je schrift. 

Slide 27 - Tekstslide

ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.

Slide 28 - Tekstslide