1D. Grammaire L'adjectif (forme et place) if, eux, ien

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Bonjour

V3

STARTKLAAR

- ga rustig op je vaste plek zitten.

- doe je jas uit.

- pak je laptop en je boek.

- doe je tas op de grond.

- doe je telefoon in het ZAKKIE en leg het ZAKKIE op de hoek van de tafel.

- als de timer is afgelopen, stop je met praten en begint de les.

leerdoel 

- ik kan het bijvoegelijk naamwoord in het Frans gebruiken.

Mon père a une voiture bleue

Leg uit

Regel

In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord.

Een auto blauw.

Waarom zijn de e en de s erg belangrijk bij dit onderwerp?

Ma soeur a les cheveux (m) (noir).
La fille a une balle (vert).

Vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Zet canadien, délicieux en vif in de vrouwelijke vorm

bon 

grand

petit

premier

bon 

grand

petit

premier

jolie

jeune

vieux

dernier

nouveau

mauvais

long

beau

bon

premier

dernier

joli

petit

grand

jeune

nouveau

long

mauvais

beau

vieux

Het tegenovergestelde van grand is

1. joli
2. beau
3. petit

Het tegenovergestelde van vieux is

1. beau
2. nouveau
3. mauvais
4. jeune

Het tegenovergestelde van bon is

1. long
2. mauvais
3. joli
4. petit

Het tegenovergestelde van premier is

1. nouveau
2. joli
3. dernier
4. jeune

Het bijvoeglijk naamwoord kent geen geheimen meer voor mij

0100