§3.3 Geloven en weten

1 / 49
volgende
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Goden en Mensen
De Grieken hadden Polytheistische godsdienst. Net als de Egyptenaren geloofden de Grieken in meerdere goden. 

Voor elk (natuurs)verschijnsel was een god
Poseidon --> God van de zee
Aphrodite --> Godin van de liefde 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Goden en Mensen
In de Griekse Mythen (goden verhalen)  lijken goden op mensen met eigen karakters en tekortkomingen. Ze maken ruzie, worden verliefd of zijn juist heel vrolijk of boos. 

Om goden te eren werden er tempels gebouwt en sportwedstrijden gehouden. 
In de tempels staat een Altaar: een speciale offersteen. 

Slide 4 - Tekstslide

Verhalen in het Grieks
De Grieken zagen zichzelf als een hoog ontwikkelde beschaving. Andere culturen die geen Griekse kenden noemden ze barbaren.

Iedere beschaving heeft zo zijn eigen mythen (godenverhalen), sagen (heldenverhalen) en legenden (wonderlijke verhalen). 

Slide 5 - Tekstslide

Griekse mythen
  • Mythen: verhalen over goden, helden en wezens.  

  • Mythen hadden altijd een boodschap

  • Griekse mythologie: alle godenverhalen bij elkaar.

  • Verhalen werden generatie op generatie doorverteld en waren lessen voor het leven. 

Slide 6 - Tekstslide

Sagen
  • Heldenverhalen.
  • De held doet onmogelijke opgaven.
  • Het lukt hem vaak met behulp van de goden, geliefde of een slimme list.
  • Theseus en het labyrinth van Knossos.
  • Kabouters


Slide 7 - Tekstslide

Legenden
  • Wonderlijke verhalen
  • Verklaren het ontstaan van alles
  • Geeft ook wijze lessen

  • Doos van Pandora 
  • Nieuwsgierigheid kan gevaarlijk zijn

  • Nicolaas van Myra



Slide 8 - Tekstslide

Orakel van Delphi
Veel Grieken vroegen raad bij een orakel
Een orakel stond in contact met de goden en kon vaak de toekomst voorspellen.

Croesus vroeg raad aan het orakel van Delphi, dat voorspelde er een groot rijk zou vallen wanneer hij ten oorlog trok naar Perzië. Echter viel niet het Perzische, maar zijn eigen rijk.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Aantekening
Alle Grieken vereerden dezelfde goden. De belangrijkste waren: Zeus, Poseidon, Hades en Hera. 

De Grieken wilden de goden gunstig stemmen. Daarom waren er tempels gebouwd en brachten ze offers. Als ze raad nodig hadden gingen ze naar een orakel. Bijvoorbeeld in Delphi. 

Maak vraag 3 

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden vraag 3
3A) 
1. Zeus
2. Hades
3. Poseidon
4. Aphrodite
B) 
1. Hera, huwelijk
2. Dionysus

3. Athena, wijsheid
4. Apollo 

C) Een mythe, want het is een dodenverhaal

D) Om te laten zien dat de naam Europa uit een oud- Grieks verhaal komt. 

Slide 12 - Tekstslide

Onderzoekers en Denkers
Door logisch nadenken en onderzoek te doen proberen de Grieken natuursverschijnselen te verklaren. 

De Grieken noemen deze wetenschappers Filosofen, mensen die streven naar wijsheden. 
Filosofie: alle wetenschappen in de tijd van de Grieken

Slide 13 - Tekstslide

Liefhebber van de wijsheid
In de 6e eeuw voor Chr. kwamen er steeds meer Grieken die niet in de mythen geloofden.

Ze wilden door logisch na te denken tot verklaring komen i.p.v. in mythes te geloven.

Deze wetenschappers werden filosofen genoemd.

Slide 14 - Tekstslide

Wetenschap (1)
  • Mythen gaven verklaringen over ontstaan mens en natuur.

  • Bliksem,ziektes,  hongersnood.

  • Verklaringen zoeken in de natuur.

  • Wetenschap: het verzamelen van kennis door een verschijnsel nauwkeurig te bestuderen. 

Slide 15 - Tekstslide

Wetenschap (2) 
  • Grieken hebben hun kennis van het oude Egypte. 

  • Ontstaan van wiskunde, natuurkunde en geneeskunde. 

  • Maar nog geen echte bewijzen. 

Slide 16 - Tekstslide

Aantekening
De Griekse mythen gaven verklaringen voor verschijnselen in de natuur. Vanaf de 6e eeuw v. Chr. namen Griekse filosofen hier geen genoegen meer mee. Ze wilden met hun verstand (ratio) begrijpen hoe dingen in elkaar zaten. 

Maak vraag 4

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden vraag 4
4A) Apollo gaf er via priesters antwoorden op vragen. 
B) Filosofen namen geen genoegen meer met bovennatuurlijke verklaringen. Ze gingen de natuur met hun verstand onderzoeken. Het wetenschappelijk denken ontstond. 
C 1. juist.  2. onjuist. 3.juist.
D) Volgens Hippocrates hadden ziektes een biologische oorzaak. Dat vinden artsen nu ook. 

Slide 18 - Tekstslide

Filosofie
  • Denken over levensvragen: 
    'Wat is waar?'
    'Wat is schoonheid?'
    'Wat is goed of fout?'

  • Filosofen: iemand die zoekt naar wijsheid en kennis om de wereld en de mens beter te begrijpen

  • Sofisten: leraren die les gaven in welsprekendheid. 

Slide 19 - Tekstslide

voorbeeld van filosofisch denken:

Slide 20 - Tekstslide

Hippocrates
  • Grondlegger medische wetenschap

  • Hippocrates: gezond eten, veel bewegen

  • Heeft basis gelegd voor aspirine. 

  • Lichaam bestond uit humoren: bloed, slijm, gele gal, zwarte gal. 
  • De eed van Hippocrates

Slide 21 - Tekstslide


Aristoteles


  • Leerling van Plato
  • Filosoof én natuurkundige

Slide 22 - Tekstslide


Herodotus


  • Geschiedenis
  • Belangrijkste werk: Historiën
  • Beschrijft onder andere de Perzische Oorlogen

Slide 23 - Tekstslide


Archimedes


  • Natuurkunde/Wiskunde/Sterrenkunde
  • Wet van Archimedes


Slide 24 - Tekstslide

Filosofen Socrates en Plato
Socrates: Filosofie is een zoektocht naar de waarheid. 
Elk antwoord dat hij vond leidde tot nieuwe vragen. 

Plato: Hoe kom je het beste tot waarheid? Denken of toch kijken?  
  • Plato stichtte een acedemie, soort van universiteit. Veel van zijn boeken zijn bewaard gebleven. 

Slide 25 - Tekstslide

Socrates
  • Schreef niets op papier maar voerde gesprekken: stellen van vragen. 

  • In gesprek deed hij alsof hij niets wist. 

  • Alleen door veel kennis kon je goede besluiten maken. 

  • Doodstraf voor 'het misleiden van de jeugd': gifbeker.  

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Aantekening
Enkele Griekse filosofen: 
Hippocrates -> arts
Herodotus -> historicus 
Pythagoras -> wiskundige wetten
Achimedes -> natuurkundige wetten
Plato -> kennis door die nadenken 
Aristoteles -> kennis door goed kijken

Maak vraag 7 en 8 

Slide 28 - Tekstslide

Antwoorden vraag 7
7A) Hij deed zelf onderzoek in Egypte, hij beschreef wat hij zag en probeerde dingen te verklaren. 
B) Hij onderzocht de feiten nauwkeurig. 

Slide 29 - Tekstslide

Antwoorden vraag 8 
8A) Conclusie: Socrates is sterfelijk. 
B) In werkelijkheid zal Achilles de schildpad vlug inhalen, omdat hij sneller gaat. 
C) Niet
D) Het is leerzaam om je af te vragen of dingen die vanzelfsprekend lijken, ook logisch zijn om te kloppen. 

Slide 30 - Tekstslide

3.5: Griekse kunst

Slide 31 - Tekstslide

Tempels
  • Grieken besteedden veel aandacht aan de bouw van mooie tempels

  • Een Griekse tempel bestond uit een rij zuilen met daar bovenop een mooi versierde fries en fronton

Slide 32 - Tekstslide

fronton
Fries
Zuilen

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Kaart

De bewondering voor de Griekse (en later ook de Romeinse) kunst is altijd blijven bestaan en ging soms erg ver. De gevel van het Paleis op de Dam in Amsterdam is bijna een kopie van het Parthenon in Athene.

Slide 35 - Tekstslide

Zuilen
De Grieken ondersteunden de daken van tempels met zuilen
Er waren drie zuilen met drie soorten kapitelen (DIK):
Dorische zuilen
Eenvoudig met rechte lijnen
D
Ionische zuilen
Twee krullen bovenaan
I
Korintische zuilen
Versierd met gekrulde bladeren
K
D
I
K

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Griekse beelden
Grieken namen hun beeldhouwkunst over van de Egyptenaren
Daarom leken de beelden erg stijf
Maar Grieken wilden beelden "echt" laten lijken
Een techniek om beelden echt te laten lijken was contrapost
Voorbeeld
Een Egyptisch beeld (links) en een Grieks beeld (rechts)
Voorbeeld
Een discuswerper. Je kan de beweging van de worp zien

Slide 38 - Tekstslide

contrapost
  • Het ene been werd gestrekt weergeven, het andere gebogen

  • Het figuur neemt daarmee een meer natuurlijkere pose aan, waardoor het beeld realistischer lijkt

Slide 39 - Tekstslide

Perfectie
De beelden leken op mensen, maar moesten goden voorstellen
Daarom moest het lichaam perfect zijn
Dus aantrekkelijk, gespierd en fel gekleurd
Voorbeeld

Slide 40 - Tekstslide

Klein en groot schilderwerk
  • Schilders hadden in Griekenland veel aanzien

  • Grieks aardewerk werd ook vaak beschilderd

  • De Grieken tekenden al in perspectief
Griekse vazen waren meestal zwart en oranje/bruin gekleurd

Slide 41 - Tekstslide

Tragedies en komedies
  • De Grieken hielden van toneelspel

  • Zo waren er tragedies, drama toneelstukken

  • En er waren komedies, humoristische toneelstukken

Slide 42 - Tekstslide

Ionisch
Dorisch
Korintisch

Slide 43 - Tekstslide

Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil

Slide 44 - Quizvraag

Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil

Slide 45 - Quizvraag

Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil

Slide 46 - Quizvraag

Waarin verschilden Griekse beelden van Egyptische beelden?
A
Ze waren groter
B
Ze waren van ander materiaal
C
Er zat meer 'beweging' in de beelden
D
Er werden vooral goden afgebeeld in plaats van gewone mensen

Slide 47 - Quizvraag

Tempels en beelden waren bij de oude Grieken vaak felgekleurd.
A
Goed
B
Fout

Slide 48 - Quizvraag

Een tragedie is een soort musical met dans en zang.
A
Goed
B
Fout

Slide 49 - Quizvraag