proeftoets Zuid-Amerika

Zuid-Amerika bestaat uit veel platen en veel soorten plaatgrenzen
A
juist
B
onjuist
1 / 52
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Zuid-Amerika bestaat uit veel platen en veel soorten plaatgrenzen
A
juist
B
onjuist

Slide 1 - Quizvraag

Naast de Zuid-Amerikaanse plaat bestaat Zuid-Amerika uit
A
de Scotia plaat, de Caribische plaat en de Nazca plaat
B
de Nazca plaat, de Antartische plaat, de Caribische plaat
C
de Nazca plaat, de Scotia plaat en de Antartische plaat
D
de Antartische plaat, de Caribische plaat, de Scotia plaat en de Nazca plaat

Slide 2 - Quizvraag

Bij de plaatgrenzen van de Zuid-Amerikaanse plaat en de Nazca plaat ligt een trog
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

De Andes is uitzonderlijk hoog voor een gebergte bij een subductiezone
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

De volcanic gaps aan de westkust van Zuid-Amerika worden veroorzaakt door
A
het feit dat de onderduikende plaat op sommige plekken licht is
B
door de vlakke subductie
C
doordat de plaat over een hotspot schuift

Slide 5 - Quizvraag

De vlakke subductie is er de oorzaak van dat
A
hypocentra diep liggen
B
epicentra ver landinwaarts liggen
C
hypocentra aan het oppervlak liggen
D
epicentra diep liggen

Slide 6 - Quizvraag

Wat bepaalt de explosiviteit van magma?
A
de hoeveelheid kristallen t.o.v. de hoeveelheid vluchtige massa zoals water en CO2
B
de hitte van het magma en de hoeveelheid kristallen
C
de hoeveelheid kristallen en de hoeveelheid vluchtige massa zoals water en CO2
D
de hitte van het water en de hoeveelheid kristallen

Slide 7 - Quizvraag

Andesiet is 1 van de 3 stollingsgesteentes die jullie moeten kennen.
A
juist
B
niet juist

Slide 8 - Quizvraag

Andesiet bevat meer silica (SIO2) dan Basalt.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Rechts is Andesiet afgebeeld
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

De naam die men in Zuid-Amerka gebruikt voor een hoogland of hoogvlakte is

Slide 11 - Open vraag

Welke 3 rivieren stromen er door de tropische laaglanden?
A
Amazone, Rio Tinto en Orinoco
B
Amazone, Parana en Orinoco
C
Amazone, Rio Negro en Orinoco
D
Amazone, Parana en Rio Tinto

Slide 12 - Quizvraag

De Zuid-Amerikaanse landen met zeer grote hoeveelheden ertsen zijn
A
Chili, Peru en Brazilie
B
Brazilie, Venezuela en Peru
C
Chili, Venezuela en Suriname
D
Suriname, Chili en Bolivia

Slide 13 - Quizvraag

Wat zie je hier?

Slide 14 - Tekstslide

Ertsen worden gevormd door?

Slide 15 - Open vraag

gesedimenteerde ertsen zijn
A
ijzer zilver tin
B
lood zink koper
C
ijzer bauxiet
D
tin koper bauxiet

Slide 16 - Quizvraag

aardolievelden liggen vooral in kustgebieden
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Waarom liggen de velden vooral in de kustgebieden?

Slide 18 - Open vraag

Onder welke omstandigheden worden aardgas en aardolie gevormd?

Slide 19 - Open vraag

Leg uit waarom de ijzerertsvelden en mangaan velden liggen waar ze in Zuid-Amerika liggen
A
omdat daar de grote rivieren stromen
B
het zijn sedimenten van de grote rivieren
C
omdat ze in de tropische zone liggen waar het veel regent

Slide 20 - Quizvraag

Neerslag aan de loefzijde van het gebergte noemen we?

Slide 21 - Open vraag

Die stuwingsneerslag valt vooral in

Slide 22 - Open vraag

Het altijd groene tropisch regenwoud noemen we
A
savanne
B
selva
C
llanos
D
cerrado

Slide 23 - Quizvraag

De grassavanne noemen we
A
selva
B
caatinga
C
llanos
D
cerrado

Slide 24 - Quizvraag

De llanos komt vooral voor in
A
Suriname en Venezuela
B
Suriname en Chili
C
Bolivia en Chili
D
Columbia en Venezuela

Slide 25 - Quizvraag

De boom- en graslandsavanne noemen we
A
llanos
B
caatinga
C
cerrado
D
magrove

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de verklaring voor het verschil in vegetatie?
A
de neerslag en hitte
B
de neerslag
C
de hitte
D
het grote verschil in droge en natte periodes

Slide 27 - Quizvraag


A

Slide 28 - Quizvraag

Hoe noemen we de vochtige graslanden?

Slide 29 - Open vraag

Waar ligt de grootste woestijn?
In 2015 viel hier 4 mm regen

Slide 30 - Open vraag


Slide 31 - Open vraag

gevolgen van El Nino zijn
A
meer neerslag
B
droogte
C
bosbranden
D
vissterfte

Slide 32 - Quizvraag

Het gevaar van de plaatselijk zwaardere neerslag aan de westkant van de Andes is

Slide 33 - Open vraag

De wind aan de westkust is in het El Nino gebied is in het algemeen
A
aflandig
B
aanlandig

Slide 34 - Quizvraag

Wat gebeurt er met het zeewater tijdens een aflandige wind

Slide 35 - Open vraag

Ruraal-urbane migratie leidt in Zuid-Amerika tot
A
hogere sociale bevolkingsgroei
B
lagere sociale bevolkingsgroei
C
hogere natuurlijke bevolkingsgroei
D
lagere natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 36 - Quizvraag

bevolkingsdruk is
A
de groei van de jongeren en grijzen ten opzichte van de beroepsbevolking
B
de spanning tussen de omvang van de bevolking en de bestaansmogelijkheden
C
de spanning tussen de bevolking
D
de spanning tussen bevolkingsgroei en bestaansmogelijkheden

Slide 37 - Quizvraag

Dominante bevolkingsgroepen verlenen voorrechten aan hun eigen bevolkingsgroep noem je

Slide 38 - Open vraag

in een informal city
A
scharreleconomie
B
vluchtsector
C
grote informele sector
D
zijn de woningen geregistreerd

Slide 39 - Quizvraag

Clientelisme vergroot
A
de sociale ongelijkheid
B
de regionale ongelijkheid
C
de sociale segregatie
D
de gini-coefficient

Slide 40 - Quizvraag

Het verschil tussen arm en rijk dat zichtbaar is in de favela's en gated communities noem je

Slide 41 - Open vraag

In welke landen is de informele sector belangrijk?
A
Peru Colombia Paraguay
B
Peru Colombia en Venezuela
C
Peru Bolivia Uruguay
D
Peru Paraguay en Bolovia

Slide 42 - Quizvraag

Wat is het kenmerk van kleine boerenbedrijven in de duale economie
A
zij kunnen niet investeren in betere bedrijfsvoering
B
zij doen alles traditioneel
C
zij kunnen niet mechaniseren
D
zij leveren biologische producten

Slide 43 - Quizvraag

expoteren van laagwaardige exportproducten maakt landen gevoelig voor
A
mislukken van oogsten
B
verslechterde ruilvoet
C
duurdere import
D
prijsschommelingen

Slide 44 - Quizvraag

Bij populisme richten de politici zich op

Slide 45 - Open vraag

Welk land is het meest democratische land van Zuid-Amerika?

Slide 46 - Open vraag

Welk land is het meest corrupt?

Slide 47 - Open vraag

Welk land neemt een goede tweede plaats in?

Slide 48 - Open vraag

Met welk begrip duiden we het zich openstellen voor buitenlandse investeringen aan?

Slide 49 - Open vraag

Het begrip dat toepasbaar is op van huid(leer) een tas maken en die tas exporteren.

Slide 50 - Open vraag

Wat is het milieuvoordeel van het gebruik van energie uit waterkrachtcentrales?

Slide 51 - Open vraag

Noem op verschillende schalen milieunadelen?

Slide 52 - Open vraag