Zorg(leef)plan vervolg

Zorgplan vervolg
Leefplan
Ondersteuningsplan
Begeleidingsplan
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Zorgplan vervolg
Leefplan
Ondersteuningsplan
Begeleidingsplan

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken volgens plan van belang.
In de VVT wordt het zorgleefplan gebruikt, in de gehandicaptenzorg het ondersteuningsplan en in de GGZ
het begeleidingsplan. Deze plannen verschillen onderling wel wat van elkaar, maar de basis is steeds
hetzelfde: methodisch werken, ook wel planmatig werken genoemd.
Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken volgens plan van belang.
VVT:  zorgleefplan
Gehandicaptenzorg: ondersteuningsplan
GGZ: begeleidingsplan

Deze plannen verschillen onderling wel wat van elkaar, maar de basis is steeds
hetzelfde: methodisch werken, ook wel planmatig werken genoemd.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
Wat was een zorgplan ook alweer?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in het zorgplan?
In het zorgplan leg je de voorkeuren, vragen, behoeften of doelen van de cliënt vast. Hierbij heb je als zorgverlener niet alleen aandacht voor de persoonlijke verzorging maar kijk je naar alle aspecten die belangrijk zijn voor kwaliteit van leven van een cliënt. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgplan VVT
Het zorgplan in de VVT bevat de volgende vier domeinen:
Mentaal welbevinden
Lichamelijk welbevinden
Woon- en leefomstandigheden
Daginvulling (Participatie)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Model van Schalock
GHZ

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch werken
  • Doorlopen van vaste stappen
  • Evalueren
  • Bijstellen

Doel: planmatig en gestructureerd werken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke wetten hebben het opstellen en bijstellen van een zorgplan verplicht?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan moet een zorgplan
volgens de wetgeving voldoen?

Slide 9 - Woordweb

WLZ:
De cliënt moet de gelegenheid krijgen om zich voor te bereiden op het gesprek. Om dit goed te doen kan de zorgverlener hem een persoonlijk plan geven, dat de cliënt van te voren zelf kan invullen. De zorgverlener moet dan uiteraard de dingen die in dit plan staan ook meenemen in het zorgplan.
De mantelzorger mag, als de cliënt dit wil, altijd bij de zorgplanbespreking aanwezig zijn.
Beide, cliënt en mantelzorger kunnen ook gebruik maken van een cliëntondersteuner om het gesprek nog beter te kunnen voeren.

In de wet is ook vastgelegd dat dat gesprek zo snel mogelijk na de start van de zorg moet plaatsvinden. Het volgende moet worden besproken:

Wat het doel is van de zorg en hoe dat doel bereikt wordt.
Wie wat gaat doen.
Hoe de cliënt zijn leven in wil richten en welke ondersteuning de zorgverlener daarin kan bieden.
Hoe vaak er geëvalueerd zal worden en dat moet minimaal 2x per jaar.

ZVW
Voldoen aan richtlijn voor goede verslaglegging.
https://www.zorgleefplanwijzer.nl/images/stories/documenten/samenvattingskaart-verpleegkundige-en-verzorgende_verslaglegging.pdf


    De cliënt moet instemmen met het plan.
    De cliënt of diens wettelijke vertegenwoordiger dient het zorgplan te ondertekenen.
    De regie en zeggenschap over het zorgplan ligt bij de cliënt.
    De cliënt heeft te allen tijde inzage in het zorgplan.
    Zelfmanagement en eigen kracht zijn leidend bij het opstellen van de doelen in het zorgplan.
    Aard, omvang en beoogde duur van zorgverlening is altijd onderdeel van het zorgplan. Het zorgplan vermeldt daarnaast de prestaties.
    Er moet altijd een zorgplan worden geschreven, inhoud en omvang is afhankelijk van complexiteit zorgvraag.
    De evaluatie van het zorgplan is afhankelijk van de context, maar wordt in ieder geval bijgesteld indien meer dan 10% van de zorgvraag afwijkt.


Wat is de registratielast in je eigen (toekomstige) instelling. Wat gaat goed en wat zijn verbeterpunten. Wie en wat heb je daarbij nodig?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verpleegkundige classificatiesystemen zijn er?
Naar welk classificatiesysteem zou jouw voorkeur
uitgaan en waarom?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1 Gegevens verzamelen
Hoe doe je dat?
Met wie?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2 Vaststellen van behoeften en problemen

Behoefte?
Problemen?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PES structuur
P
E
S

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tom is bekend met ASS. Hij raakt snel overprikkeld door geluiden. Hij draagt daarom graag een koptelefoon die geluid dempt. Hij wilt altijd op dezelfde stoel zitten. Als iemand anders hierop gaat zitten dan krijgt hij een woede uitbarsting. Tom vertoont fladdergedrag als hij overprikkelt raakt. Uiteindelijk kan hij een woede uitbarsting krijgen bij hevige overprikkeling. Een vaste dagstructuur is belangrijk voor hem. Vul een PES in.


Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3 Vaststellen van zorgdoelen

Waarom doe je dat?
Hoe?
Met wie?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SMART
Wat is dat en waar gebruik je het voor?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
De cliënt kan zelfstandig uit bed en zichzelf wassen.

Is dit doel SMART geformuleerd?
Waarom wel, waarom niet?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Specifiek
De patiënt kan zelfstandig uit bed en kan zichzelf wassen.
Ik en de patiënt. Elke ochtend bij het wekken.
Het is voor het herstel en de zelfredzaamheid van de patiënt belangrijk zichzelf te kunnen wassen.
Meetbaar
Als de patiënt voor zijn ontslag in de ochtend zelfstandig uit bed kan komen en zich kan wassen is het doel gehaald.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acceptabel
Ik moet de patiënt overtuigen van het belang van zijn zelfredzaamheid en helpen bij het bevorderen ervan. Ik ben bekwaam om deze taak te verzorgen.
Realistisch (Relevant)
Ja, de nodige inspanningen voor het behalen van het doel zijn aanvaardbaar.
Ja, voor de patiënt. Ja, ik beschik over de benodigde tijd, ruimte, middelen en omstandigheden.
Tijdgebonden
Over 9 dagen is de patiënt instaat zelfstandig uit bed te komen en zichzelf zonder hulp te wassen.
Acceptabel
Ik moet de patiënt overtuigen van het belang van zijn zelfredzaamheid en helpen bij het bevorderen ervan. Ik ben bekwaam om deze taak te verzorgen.
Realistisch (Relevant)
Ja, de nodige inspanningen voor het behalen van het doel zijn aanvaardbaar. Ja, voor de patiënt.
Ja, ik beschik over de benodigde tijd, ruimte, middelen en omstandigheden.
Tijdgebonden
Over 9 dagen is de patiënt instaat zelfstandig uit bed te komen en zichzelf zonder hulp te wassen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juist gefomuleerde SMART doel
Het is de kunst de antwoorden op deze vragen te bundelen in een geformuleerd SMART doel:

De zorgvrager is binnen 5 dagen instaat om voor 09:00 zelfstandig uit bed te komen en zich te wassen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SMART doel formuleren
Formuleer een SMART doel bij je PES uit de eerdere opdracht

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tom is bekend met ASS. Hij raakt snel overprikkeld door geluiden. Hij draagt daarom graag een koptelefoon die geluid dempt. Hij wilt altijd op dezelfde stoel zitten. Als iemand anders hierop gaat zitten dan krijgt hij een woede uitbarsting. Tom vertoont fladdergedrag als hij overprikkelt raakt. Uiteindelijk kan hij een woede uitbarsting krijgen bij hevige overprikkeling. Een vaste dagstructuur is belangrijk voor hem.
Maak een SMART doel

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4 Vaststellen en plannen van zorgactiviteiten



Wat houdt dit in?
Hoe zien jullie dit?
Noem wat voorbeelden?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Databank interventies
https://www.databankinterventies.nl/ 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 5 Uitvoeren van de zorgactiviteiten volgens planning



Wat is hierin belangrijk?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem aandachtspunten/regels voor
rapportage

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

SOAP (of SOEP) -methode
Door gebeurtenissen zoveel mogelijk volgens de SOAP (of
SOEP)-methode* te beschrijven zorgen we voor eenduidigheid
en kwaliteit in onze rapportages.
Houd in gedachten dat SOAP/
SOEP een handvat biedt, maar niet dwingend is. Laat gerust
letters leeg, als je rapportage maar duidelijk is.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subjectief: 
Informatie afkomstig van de cliënt zelf: Wat zegt de cliënt over zijn/haar eigen belevingen (of wat zegt familie)?
Objectief: 
Directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals jij dit waarneemt.
Analyse/Evaluatie:
Conclusie getrokken uit subjectieve (S) en objectieve (O) gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat er aan de hand is?
Plan: 
Plan dat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden: wat ga je doen? Wat is de reactie van de cliënt hierop? Hoe moet er verder gehandeld worden?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
S: Mevrouw vertelt me dat haar vinger tussen de deur heeft
gezeten
O: De vinger van mevrouw is dik en blauw, paars verkleurd
A/E: Vermoedelijk heeft mevrouw met haar vinger tussen de
deur gezeten, zij heeft pijnklachten
P: Ik heb mevrouw gerustgesteld en haar vinger onder de
kraan laten houden. Dokter gebeld voor overleg. Hij komt
vanmiddag naar de vinger kijken.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mw moest vaak naar het toilet. Maak hier een SOEP rapportage van

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je van onderstaande rapportages?

  1.  Dhr. gaat te weinig naar zijn familie toe.
  2. Mw is depressief.
  3. De wond is verzorgd volgens afspraak.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 6 Evalueren en zo nodig bijstellen van de zorg

Hoe vaak?
Wat evalueer je?
En dan?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Info
Wil je meer info over het zorgplan en alles daaromheen?
Zie documenten in Teams

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies