Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Door oorlog met Frankrijk moest Spanje/Filips II zijn aandacht verdelen
/ had de Republiek een bondgenoot 1
• De status van de Republiek was nog gering / een koning onderhandelt
meestal alleen met andere vorsten / Van Oldenbarnevelt
representeerde een Republiek (die hun vorst had afgezet) / was een
burger 1