Hoofdstuk 1: van rapporteren tot interpreteren

Hoofdstuk 1: van rapporteren tot interpreteren
6 Opvoeding en begeleiding - Communicatie
Mevrouw van Loon
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieSecundair onderwijs

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1: van rapporteren tot interpreteren
6 Opvoeding en begeleiding - Communicatie
Mevrouw van Loon

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
De leerling:
- Legt het belang van observeren uit.
- Legt het belang van interpreteren uit.
- Legt het belang van rapporteren uit.
- Geeft de definitie van waarnemen.
- Geeft de definitie van observeren.
- Legt het verschil tussen waarnemen en observeren uit.
- Geeft de gevolgen van onvoldoende observeren.
- Somt de verschillende factoren die het waarnemen en observeren beïnvloeden.
- Noemt minstens één eigen voorbeeld van de verschillende factoren die het waarnemen en observeren beïnvloeden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
De leerling:
- Somt de vijf criteria voor een goede observatie op.
- Legt de vijf criteria voor een goede observatie in eigen woorden uit.
- Argumenteert waarom een gegeven observatie goed of slecht is aan de hand van de vijf criteria.
- Somt de drie manieren op waarop men kan observeren.
- Geeft de definitie van anamnese.
- Legt het verschil uit tussen autoanamnese en heteroanamnese.
- Legt uit wat interpreteren inhoudt.
- Somt de factoren op die het denken beïnvloeden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
De leerling:
- Noemt minstens één eigen voorbeeld van de verschillende factoren die het denken beïnvloeden.
- Herkent het verschil tussen een observatie en interpretatie.
- Somt de vijf criteria op waaraan observaties moeten voldoen om ze te kunnen interpreteren.
- Legt uit waarom het zinvol kan zijn om observaties en interpretaties met collega’s te bespreken.
- Legt het belang van (relevante) kennis uit voor een goede interpretatie uit aan de hand van een voorbeeld.
- Geeft de definitie van registreren.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
De leerling:
- Noemt minstens twee voorbeelden van hoe geobserveerde gegevens geregistreerd kunnen worden.
- Geeft de definitie van rapporteren.
- Legt uit wat wordt bedoeld met ‘op systematische wijze’.
- Legt uit wat mondeling rapporteren inhoudt.
- Legt uit wat schriftelijk rapporteren inhoudt.
- Somt de voor- en nadelen van mondeling rapporteren op.
- Somt de voor- en nadelen van schriftelijk rapporteren op.
- Argumenteert waarom in een gegeven voorbeeld de voorkeur wordt gegeven aan mondeling/schriftelijk rapporteren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
De leerling:
- Schrijft een observatieverslag dat voldoet aan de richtlijnen voor een goede rapportage.
- Past de verschillende stappen van observeren tot rapporteren toe in een gegeven observatieopdracht.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarnemen en observeren betekenen hetzelfde

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kan niet alles waarnemen omdat er te veel prikkels zijn

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede observatie is zo objectief mogelijk

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij autoanamnese verzamel je informatie door vragen te stellen over de zorgvrager aan anderen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor een goede interpretatie heb je relevante kennis nodig

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Observeren is een onmisbare vaardigheid in de zorg.

Niet enkel observeren, maar ook interpreteren om beslissingen over de zorg te nemen.

Observaties leiden niet altijd tot onmiddellijke actie, daarom is het belangrijk om te registreren en rapporteren.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Observeren
1.1. Wat is observeren?
1.2. Hoe observeren?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1. Wat is observeren?
Waarnemen = proces waarbij je je vijf zintuigen gebruikt om jezelf en de wereld leert kennen.

Observeren = gaat verder dan waarnemen (doelbewust).

Aanleiding, doel, reden, probleem of vraag

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1. Wat is observeren?
Waarom observeren? 
Eigen handelingen evalueren en zorg indien nodig aanpassen.

Onvoldoende observeren: gevolgen voor de zorg en samenwerking met collega's

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1. Wat is observeren?
Beïnvloedende factoren op het waarnemen/observeren:
  • Selectie van prikkels
  • Fysiologische factoren
  • Psychologische factoren

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1.2. Hoe observeren?
5 criteria voor een goede observatie:
  • Volledig en doelgericht 
  • Objectief 
  • Nauwkeurig 
  • Representatief
  • Systematisch


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.2. Hoe observeren?
Rechtstreeks:
  • Via eigen zintuigen
  • Via vragen stellen (anamnese) 
  • Via hulpmiddelen


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Nora (2 jaar) is somber vandaag'

Slide 21 - Tekstslide

Niet objectief
'Pedro (3,5 jaar) heeft veel gegeten deze middag'

Slide 22 - Tekstslide

Niet nauwkeurig
2. Interpreteren
2.1. Wat is interpreteren?
2.2. Hoe interpreteren?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1. Wat is interpreteren?
Niet enkel 'weet hebben van', ook de 'waarom'

Betekenis geven aan de observatie (subjectief)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1. Wat is interpreteren?
Factoren die het denken beïnvloeden:
  • Ervaring en voorkennis
  • Emoties
  • Attributiefouten
  • Context en verwachtingspatroon
  • Veralgemeningen
  • Individueel referentiekader

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2. Hoe interpreteren?
5 criteria voor een goede interpretatie:
  • Verschillende invalshoeken
  • Achtergrond van de situatie
  • Beleving van de zorgvrager
  • Afstand nemen
  • Alternatieve verklaringen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2. Hoe interpreteren?
Bespreek met andere zorgverleners!

Kennis nodig!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarnemen en observeren betekenen hetzelfde

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kan niet alles waarnemen omdat er te veel prikkels zijn

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede observatie is zo objectief mogelijk

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij autoanamnese verzamel je informatie door vragen te stellen over de zorgvrager aan anderen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor een goede interpretatie heb je relevante kennis nodig

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies