Mijn proefles

Cnidaria
Neteldieren
Concept 33.2

Anniek de Vreede
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Cnidaria
Neteldieren
Concept 33.2

Anniek de Vreede

Slide 1 - Tekstslide

Cnidaria
Geen Cnidaria

Slide 2 - Sleepvraag

Kenmerken (1)
  • Eumetazoa: dier met gespecialiseerde weefsels
  • Radiaal symmetrisch=veelzijdig symmetrisch
  • Geen hersenen, maar nerve net met sensory structuren

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerken (2)
  • Diploblast=twee kiemlagen
  • Gastrovasculaire holte met één opening. Hier vindt vertering plaats en wordt gebruikt als hydrostatisch skelet

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken (3)
Cnidocytes: netelcellen met nematocysts
Nematocysts: organellen die een 'harpoen' afschieten

Slide 5 - Tekstslide

Sommige cnidaria hebben tijdens hun levenscyclus zowel een vastzittende als een beweeglijke vorm. De vastzittende vorm heet een:
A
Medusa
B
Larve
C
Poliep
D
Embryo

Slide 6 - Quizvraag

Welk van de volgende past bij de afdeling Cnidaria?
A
Hun lichamen zijn gebouwd rondom een gastrovasculaire holte
B
Hun lichamen zijn bilateraal symmetrisch
C
Behalve koralen zijn alle cnidarians in een medusa fase
D
Dit is de afdeling met het grootst aantal soorten

Slide 7 - Quizvraag

Indeling Cnidaria

Slide 8 - Tekstslide

3

Slide 9 - Video

01:27
Aseksuele voortplanting
Seksuele voortplanting

Slide 10 - Sleepvraag

02:30
Wanneer maakt de kwal gebruik van deze 'verjonging'?
A
Tekort aan partners
B
Tekort aan voedsel
C
Als ze oud zijn
D
Random wanneer het gebeurt

Slide 11 - Quizvraag

03:59
Waarvoor is onderzoek naar deze onsterfelijke kwal onder andere interessant?
A
meer kwallen kweken voor consumptie
B
kankercellen 'verjongen' naar onschadelijke cel
C
oude kippen 'verjongen' voor meer eieren
D
als vervanging voor botox

Slide 12 - Quizvraag

Havo 1 behandelt ordening als hoofdstuk. Het onderwerp voor deze les is Cnidaria. Wat voor verwerkingsopdracht zou jij met ze doen?

Slide 13 - Open vraag