H1.1 Een nieuwe grondwet vkg deel 1

1. Nederland van 1848 tot 1914


1.1  Een nieuwe grondwet
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1. Nederland van 1848 tot 1914


1.1  Een nieuwe grondwet

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen waarom Nederland in 1848 een parlementaire democratie werd.

Zie voor de begrippen, personen en jaartallen die je moet kennen de studiewijzer van dit hoofdstuk.


Slide 2 - Tekstslide


Wat is staatsinrichting?


Staatsinrichting is de wijze waarop de staat
zijn regering en zijn bestuur zijn ingericht

Bij geschiedenis leer je vooral hoe dit in Nederland is ontstaan;
Bij maatschappijleer leer je vooral hoe dit in Nederland werkt

Met deze twee vakken gaan we ook naar Den Haag ( indien mogelijk i.v.m Covid)

Slide 3 - Tekstslide

democratie/dictatuur
democratie: de bevolking kiest wie hen bestuurt 

dictatuur: er is één iemand of een klein groepje  mensen die beslist wat er gebeurt in een land 

Slide 4 - Tekstslide

1848
was een onrustig jaar in Europa mensen kwamen  in opstand. Zij eisten meer inspraak in het bestuur. In Frankrijk kwam een revolutie, waardoor de monarchie een republiek werd.

Opschrijven:
Bij een monarchie staat een koning aan het hoofd.
Bij een republiek staat vaak een president aan het hoofd van het land. 

Slide 5 - Tekstslide

Liberalen

Van het woord Liber, wat vrijheid betekent
De liberalen waren rijke mannen die wilden dat de burgers meer macht kregen en de overheid alleen zou zorgen voor orde en veiligheid
Daarvoor was er een grondwet nodig ( daar staan alle rechten en plichten van burgers en overheid in)

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit waarom de liberalen voor veel politie en een groot leger van de overheid zijn

Slide 7 - Open vraag

Wat is het verschil tussen en republiek en een monarchie?

Slide 8 - Open vraag

Welk land is een republiek?
A
Nederland
B
Groot Brittannie
C
VS

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

1848
Koning Willem II wordt bang en geeft Johan Thorbecke de opdracht een nieuwe grondwet te maken.
Nederland wordt een constitutionele monarchie .
constitutie = grondwet
monarchie= land met koning

Slide 11 - Tekstslide

ministeriele verantwoordelijkheid
In de grondwet stond dat de koning niets mag doen of zeggen waar de regering het niet mee eens is.
De minister is verantwoordelijk voor wat de koning doet of zegt

VB: Willem Alexander geeft aan voor Ajax te zijn-rellen- minister moet aftreden

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen 
  • Wat stond er in de nieuwe grondwet:

  1. Koning is onschendbaar ( de minister krijgt altijd 'de schuld' en moet aftreden als er iets fout gaat)
  2. Ministeriële verantwoordelijkheid (Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de de koning)

Slide 13 - Tekstslide

3e gevolg grondwet 







3.  Mensen die rijk genoeg waren en belasting betalen mochten het parlement kiezen, dat heet censuskiesrecht

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Trias Politica
In de grondwet stond ook dat de macht verdeeld moet zijn, dat dus niet één iemand of een groepje alle macht heeft . 
Dit heet de Trias Politica (bedacht door Montesquieu)

  • Belangrijk onderdeel van een parlementaire democratie

  • Verdeling van de macht in het land in drie machten

  • Iemand kan maar bij één van de drie machten horen.

Slide 16 - Tekstslide

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Slide 17 - Tekstslide

Bij welke politieke stroming hoort deze persoon?
A
Liberalen
B
Rooms-Katholieken
C
Protestanten
D
Socialisten/Sociaal-Democraten

Slide 18 - Quizvraag

Liberalen vinden ... het aller belangrijkste
A
vrijheid
B
gelijkheid
C
geld
D
geloof

Slide 19 - Quizvraag

Ministeriële verantwoordelijkheid betekent dat
A
De minister is verantwoordelijk voor zichzelf
B
De minister moet verantwoording afleggen aan de koning
C
De minister moet verantwoording afleggen aan het parlement
D
De minister moet verantwoording afleggen aan de minister-president

Slide 20 - Quizvraag

Nieuw in de Grondwet van 1848 was:
A
Censuskiesrecht
B
Algemeen kiesrecht
C
De regering is de hoogste macht
D
Recht op onderwijs

Slide 21 - Quizvraag

Welk jaar werd ook wel gezien in Europa als het 'revolutiejaar'?
A
1838
B
1848
C
1738
D
1748

Slide 22 - Quizvraag

Welke koning moest in 1848 de gewijzigde grondwet tekenen?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem van Oranje
D
Willem Frederik

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Begrippen uit deze les
- Monarchie
- Republiek
- Het verschil weten tussen een democratie en dictatuur
- Liberalen
- Censuskiesrecht
- Uit kunnen leggen dat NL een    parlementaire democratie is
- Trias politica
- Constitutionele monarchie
- Regering
- Kabinet
- Ministeriële verantwoordelijkheid
- Grondwet

Slide 25 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Koning Willem I
  • Koning Willem II
  • Johan Thorbecke

Slide 26 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1848: Revolutiejaar in Europa
  • 1848: Thorbecke maakt een nieuwe Grondwet

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 28 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 29 - Open vraag