- vast voorzetsel:
op = am (an dem; +3)--> Er hat am 1. März Geburtstag. ersten
--> Ich besuche dich am 15. Februar. zwanzigsten
Rangtelwoorden worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Ze staan daarom in een bepaalde naamval en krijgen de uitgang van het bijvoeglijke naamwoord.