Les 3: Hygiënisch werken

Zelfzorg en activiteiten ondersteunen bij zelfzorg

Les 3: Hygiënisch werken
Lesweek 4

IOZ, SCT
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
ZelfzorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zelfzorg en activiteiten ondersteunen bij zelfzorg

Les 3: Hygiënisch werken
Lesweek 4

IOZ, SCT

Slide 1 - Tekstslide

Deel 1 - Zelfzorg
Module 1 Randvoorwaarden bij ondersteunen van zelfzorg
3 Hygiënisch werken tijdens persoonlijke basiszorg
Vaardigheid: Handreiniging met (vloeibare) zeep
Vaardigheid: Handdesinfectie met handalcohol


Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Hygiënisch werken
  • Infectieleer
  • Micro-organismen
  • Besmettingscyclus 
  • Infectieziekten
  • Desinfectie
  • Besmettingswegen
  • Kruisbesmetting en -infectie voorkomen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les..

  • Je kunt uitleggen wat het belang is van hygiënisch werken.
  • Je kunt voorbeelden noemen van groepen waarin micro-organismen zijn ingedeeld.
  • Je kunt uitleggen wat de besmettingscyclus inhoudt.
  • Je kunt uitleggen wat de meest voorkomende infectieziekten bij een zorgvrager inhouden.
  • Je kunt benoemen wat sterilisatie en desinfectie inhouden.
  • Je kunt uitleggen hoe besmetting door micro-organismen kan plaatsvinden.











Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
Terugblik
Waar hebben wij het de vorige les over gehad?

Slide 5 - Tekstslide

Hygiënisch werken tijdens persoonlijke basiszorg
Inleiding

Een van de belangrijkste redenen dat mensen in deze moderne maatschappij langer en gezonder leven, is dat ze hygiënischer leven dan ooit. De kennis over hygiëne is nog niet zo heel oud. Pas in de negentiende eeuw werd bewezen dat het bestrijden van ziektekiemen van grote invloed is op de gezondheid. Het is daarom niet meer dan logisch dat je als (persoonlijk) begeleider zorgt voor optimale hygiënische omstandigheden. Daarmee lever je een belangrijke bijdrage aan de gezondheid en het welzijn van je cliënt.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom is het zo belangrijk dat je als persoonlijk begeleider bewust met hygiëne omgaat?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Infectieleer
  • Kennis van infectieleer
  • Micro-organismen
      - Kan je ze zien met het blote oog?
      - Waar zijn micro-organismen?
      - Zijn ze allemaal ziekmakend?
      

Slide 9 - Tekstslide

Micro-organismen zijn noodzakelijk

  • Micro-organismen beschermen het lichaam tegen ziekten, bijvoorbeeld door een gezonde werking van de darmen.
  • Micro-organismen ruimen resten van planten en dieren op.
  • Micro-organismen dienen als voedsel voor grotere organismen en vormen zo een belangrijke schakel in de voedingscyclus.
  • Zonder micro-organismen kunnen diverse voedingsmiddelen niet geproduceerd worden. Denk bijvoorbeeld aan brood, zuurkool, bier en yoghurt.
  • Micro-organismen worden gebruikt om medicijnen te produceren.




Slide 10 - Tekstslide

Welke groepen micro-organismen zijn er?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Video

Bacteriën
Eencellig organisme, zonder celkern, dat niet met het blote oog te zien is. Sommige soorten zijn belangrijk voor de gezondheid, andere kunnen een ziekte veroorzaken.
Schimmels
Type micro-organisme. Schimmels kunnen in de lucht, in de bodem, in het water en in planten leven. In het lichaam leven enkele schimmels die nuttig zijn, maar er komen ook schimmels voor die schadelijk zijn.
Parasieten
Organisme dat 'samenleeft' met een gastheer (mens, dier of plant) en ziekte kan veroorzaken.
keelontsteking,
middenoorontsteking,
longontsteking
voetschimmel, kalknagel, schimmel in de liezen
luizen, vlooien, teken, aarsmaden en lintwormen
micro-organismen

Slide 13 - Tekstslide

Invloed van micro-organismen op het lichaam
Pathogeen micro-organisme: Ziekmakend micro-organisme,
veroorzaakt voedselinfectie of voedselvergiftiging.
  
               infectie                ''infectiecylcus''
colibacil
vit. B & K

Slide 14 - Tekstslide

De infectiecyclus geeft aan onder welke voorwaarden een infectieziekte kan optreden. 
  • Er moeten micro-organismen aanwezig zijn.
  • Er moet een geschikte leefomgeving voor micro-organismen aanwezig zijn. 
  • Micro-organismen moeten de leefruimte kunnen verlaten. leefomgeving een mens > via ontlasting, braaksel, uitgeademde lucht of bloed.
  • Micro-organismen moeten na het verlaten van de leefomgeving verder getransporteerd worden. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld via lucht, water, voedsel, insecten, gebruiksvoorwerpen of via de mens.
  • Nadat de micro-organismen getransporteerd zijn, moet hun nieuwe leefomgeving een toegangspoort hebben: een mogelijkheid om binnen te dringen. Een toegangspoort tot het menselijk lichaam kan bijvoorbeeld een wond zijn.




Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Je gaat opzoek naar informatie over Hepatitis B.

Hoe: Je gaat dit zelfstandig doen door informatie op internet te zoeken. Ook kan je gebruik maken van de website die de docent met je hebt gedeeld.
Tijd: 15 minuten
Resultaat: Je kunt uitleggen wat de symptomen zijn, hoe je besmet kunt raken en hoe vaak Hepatitis B voorkomt in Nederland.
Klaar: We wachten op onze medestudenten en bespreken de verzamelde informatie met elkaar.



timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Desinfectie
 Def.: Ontsmetten. Grondig schoonmaken om micro-organismen, zoals bacteriën en schimmels, zo veel mogelijk te doden. 

  • Het is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat micro-organismen zich niet verder verspreiden.
  • Ziekmakende micro-organismen gedood, maar de kiemen (sporen) blijven leven                  ziekmakende micro-organismen.
  • Thermisch (heet water van 60 tot 100 °C) of chemisch (chemische stoffen, zoals alcohol 70%)

Slide 20 - Tekstslide

Besmettingswegen
Direct contact                                                   Indirect contact
- via seksueel contact;                                    - scherpe besmettelijke voorwerpen; 
- via verwondingen;                                          - insecten;
- tijdens de geboorte;                                     - voedsel;
- via aerosolen (waterdruppeltjes)           
bij hoesten of niezen;
- via de bloedbaan;
- via de slijmvliezen.





Slide 21 - Tekstslide

Kruisbesmetting en -infectie voorkomen
Def.: Besmetting met micro-organismen via een ander persoon of via instrumenten.



Hoe kan je besmetting voorkomen?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Opdracht
Wat: Je neemt een informatieve filmpje op waarin je het protocol van handen wassen toepast.

Hoe: Je volgt de instructies van je skills docent, zodra je de handeling beheerst mag jij het filmpje in een tweetal opnemen.
Tijd: Je voert deze opdracht uit tijdens Skills.

Resultaat: Je beheerst de handeling.
Klaar: Deel het filmpje met de docent.



Slide 24 - Tekstslide

SKILLS
  • Handhygiëne toepassen;
  • Handschoenen dragen;
  • Persoonlijke hygiëne;
  • Materialen en omgeving.


Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!
                                                                                                   
                                                                                                         in de les


                                                                                                           huiswerk

Slide 26 - Tekstslide

TERUGBLIKKEN
Aan het eind van deze les..

  • Je kunt uitleggen wat het belang is van hygiënisch werken.
  • Je kunt voorbeelden noemen van groepen waarin micro-organismen zijn ingedeeld.
  • Je kunt uitleggen wat de besmettingscyclus inhoudt.
  • Je kunt uitleggen wat de meest voorkomende infectieziekten bij een zorgvrager inhouden.
  • Je kunt benoemen wat sterilisatie en desinfectie inhouden.
  • Je kunt uitleggen hoe besmetting door micro-organismen kan plaatsvinden.











Slide 27 - Tekstslide

Deel 2 - Anatomie en fysiologie & Pathologie
    Verzorgende-IG KD2020

Anatomie en fysiologie                                Pathologie
Module 9 afweersysteem                           Module 2 ontsteking en afweer
1 Afweersysteem                                             1 Ontsteking


Slide 28 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Afweersysteem
  • Verdedigingslinies
  • Lymfestelsel
  • Drie belangrijke organen van het afweersysteem
  • Ontstekingsreactie
  • Oorzaken
  • Opdracht
  • Zelftoets!

Slide 29 - Tekstslide

Terugblikken
Handhygiëne

Video's

Feedback vanuit de klas

Slide 30 - Tekstslide

Afweersysteem

Slide 31 - Woordweb

Afweersysteem
Inleiding

Het afweer- en lymfestelsel stelt je lichaam in staat zich te verdedigen tegen veel ziektekiemen. De meest voorkomende ziektekiemen zijn bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. Je lichaam weert de meeste infecties af zonder dat je er iets van merkt. Soms merk je wél iets van een infectie. Lichte klachten zijn bijvoorbeeld keelpijn of een ontstoken haarzakje. Een heftige infectie zoals een griep kan je hele lichaam aantasten. Je voelt je dan ziek en hebt vaak koorts. Meestal lukt het je lichaam om ook deze infecties zonder medicijnen te overwinnen.

Slide 32 - Tekstslide

Verdedigingslinies van het lichaam
De afweer van je lichaam is continu bezig met het onschadelijk maken van aanvallen door ziektekiemen.

  1. Buitenkant van je lichaam; huid en slijmvliezen              barrière 
  2. Witte bloedcellen; actie bij indringen van lichaam              granulocyten en macrofagen
  3. Lymfocyten              witte bloedcel > lymfestelsel
Witte bloedcellen
leukocyten
niet-specifieke afweer
Deze afweercellen liggen klaar in alle lichaamsweefsels en reageren op binnendringende ziektekiemen zonder onderscheid te maken. Deze verdedigingslinie noem je daarom de 'niet-specifieke afweer'.

Slide 33 - Tekstslide

Lymfestelsel
Def.: Het lymfestelsel is een gesloten buizensysteem dat al het overtollige vocht, afvalstoffen (zoals eiwitten en bacteriën) en ziektekiemen uit de weefsels afvoert. 
ia de lymfebanen stroomt dit verontreinigde vocht (lymfe) door kleine gladde boonvormige orgaantjes, lymfeknopen genoemd.




Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Drie belangrijke organen 
  1. Het beenmerg: bevinden zich multipotente stamcellen die zich omvormen tot witte bloedcellen, rode bloedlichaampjes en bloedplaatjes
  2. De milt: maakt onderdeel uit van de bloedsomloop. De milt bevat veel witte bloedlichaampjes die het bloed zuiveren van ziektekiemen.
  3. De zwezerik of thymus: is een orgaan waarin speciale witte bloedcellen uitrijpen, 'T-lymfocyten' genoemd            geheugenfunctie            nieuwe infectie ziektekiemen te herkennen

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Ontstekingsreactie
Als ziektekiemen in lichaamsweefsels terechtkomen, reageert je lichaam met een ontstekingsreactie.
Kenmerken: 
  • Roodheid (rubor): doorbloeding is toegenomen
  • Warmte (calor): doorbloeding is toegenomen
  • Zwelling (tumor): toegenomen weefselvocht
  • Pijn (dolor): signaal om afweersysteem te activeren
  • Gestoorde functie (functio laese)

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Ga op zoek naar:
Hoe gaat de behandeling van een ontsteking?
Langs welke twee wegen verloopt de genezing van een ontsteking?
Hoe: Verdiep je in de theorie in Thieme
Tijd: 15 minuten
Resultaat: Je hebt kennis over de behandeling en genezing van een ontsteking
Klaar: We bespreken klassikaal de uitkomsten
timer
15:00

Slide 40 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees uit Thieme: Titel Anatomie en Fysiologie > Module 9 afweersysteem > 1 Afweersysteem

Opdracht: Maak de zelftoets!


Ben je klaar? Dan ga je verder met het huiswerk: zie Teams

Slide 41 - Tekstslide