LES 4 - LEESSTRATEGIEËN

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Tijdens de vorige les heb je geoefend met tegenovergestelden.
Weet je nog hoe het zit?

We testen het met de spinner!
De docent spint een woord. Weet jij het tegenovergestelde?
Schrijf het op je wisbordje!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik-opdracht
Wat is het tegenovergestelde?
Schrijf het op je wisbordje!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Weetje
Er zijn vijf soorten duiven in Nederland.

Welke duivensoorten hebben jullie weleens gezien?
Bespreek het met je schoudermaatje.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 5 duivensoorten in Nederland.
Welke van onderstaande soort leeft NIET in Nederland?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

De quizvraag
Standaard staan de antwoordopties bij de quizvragen op tekst ingesteld, maar er zijn meer antwoordopties mogelijk! 

  • Tekst
  • Formules 
  • Audio
  • Afbeeldingen 
Antwoord C
De Lachduif (ant.C) komt niet in Nederland voor, maar komt oorspronkelijk uit Noord-Afrika. Op het plaatje hiernaast zie je de duivensoorten die in Nederland voorkomen. 

Slide 8 - Tekstslide

Het is antwoord B. Cavia's worden al honderden jaren door de mens gehouden. Ze komen oorspronkelijk uit Zuid- Amerika en werden rond 1500 door Spaanse ontdekkingsreizigers mee naar Europa genomen.
Je kent dit geluid vast!
Maar welke duif maakt dit
geluid?
A
De Turkse tortel
B
De stadsduif
C
De houtduif
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 9 - Quizvraag

De quizvraag
Standaard staan de antwoordopties bij de quizvragen op tekst ingesteld, maar er zijn meer antwoordopties mogelijk! 

  • Tekst
  • Formules 
  • Audio
  • Afbeeldingen 
Antwoord A
Je hoort hier het bekende gekoer van de Turkse tortel.
Een gekoer van zuivere, fagotachtige klanken
Leuk ezelsbruggetje: klinkt als I... Love You. Hoor jij dat ook?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 
Soms begrijp je woorden in een tekst niet.
Lees dan de vorige zin nog een keer.
Of lees nog even verder.

Meestal snap je het dan wel! 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 
Soms staan er kleine woorden in een zin.
Die woorden wijzen naar een ander woord in de zin.
Deze woorden noem je verwijswoorden.

Voorbeeld:
Roos bakt een taart.
Ze vindt hem erg lekker.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 
Duiven werden vroeger vaak gebruikt om berichten te sturen over lange afstanden. Daarom werden ze ook wel postduiven genoemd.


 



Wat wordt bedoeld met 'ze'?
Duiven

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 
Duiven hebben een geweldig richtingsgevoel. 
Als ze een tijd op één plek wonen, weten ze die plek later makkelijk terug te vinden. 


Zelfs als je ze duizenden kilometers van hun huis loslaat, kunnen ze de weg terug vinden.


Wat wordt bedoeld met 'ze'?
Duiven
Wat wordt bedoeld met 'ze'?
Duiven

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie 
Nu worden de duiven vooral gebruikt voor wedstrijden.
Daar is veel geld mee te verdienen als je een goede duif hebt.

Wat wordt bedoeld met 'daar mee'?
Wedstrijden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen!


Jullie maken een paar quizvragen om te oefenen met verwijswoorden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

An en Sofia lopen in de stad.
Ze kijken graag naar de duiven.

Wat betekent 'ze' in zin 2?
A
duiven
B
stad
C
An
D
An en Sofia

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen vinden duiven niet leuk.
Ze poepen op het balkon.
A
duiven
B
mensen
C
balkon

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Duiven doen vaak wedstrijden.
Daar is veel geld mee te verdienen.

Waar is veel geld mee te verdienen?
A
duiven
B
wedstrijden
C
doen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak keuzeopdracht 'Leesstrategieën'.
Doe dit samen met je schoudermaatje.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Pak terug op de leerdoelen: hebben de leerlingen deze behaald?

Slide 22 - Tekstslide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Begrippen uit deze les
  • ...
  • ...
  • ... 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEGRIPPEN UIT DEZE LES
...
...
...
...
...

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket (formatief evalueren)

Zie voorbeelden in de map TOOLS 
van de gedeelde map.

Slide 25 - Tekstslide

Formatief evalueren: 
Het werken met leerdoelen maakt effectief feedback geven mogelijk.
Gedurende de les wordt continue geëvalueerd in hoeverre de leerlingen de leerdoelen
beheersen. Leerlingen gaan pas aan de slag met het volgende leerdoel wanneer zij
aantonen de vorige te beheersen. De docent laat op verschillende manieren weten waar
leerlingen naartoe werken (feed-up), of zij goed bezig zijn (feed-back) en wat de volgende
stap is (feedforward). Deze feedback is niet alleen gericht op een taak/product, maar vooral
ook op hoe leerlingen op een juist antwoord zijn gekomen (proces). Enkele praktische tips
om met formatief evalueren aan de slag te gaan: https://toetsrevolutie.nl/?p=2298 &
https://hetdigitalewerkvormenboek.files.wordpress.com/2020/07/het-digitale-
werkvormenboek.pdf
Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Eerst dacht ik...,
nu denk ik...

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer zou je mij geven voor deze les?
010

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies