je de stof op je kleren, op je huid of in je ogen krijgt;
je met vuur bij de stof komt;
je de stof mengt met een andere stof.
Slide 15 - Tekstslide
Bij nask mag je gerust proeven van een stof
A
ja
B
nee
C
het ligt aan de stof
Slide 16 - Quizvraag
Giftige stoffen in flessen
hebben een kindveilige dop &
hebben gevarensymbolen op de fles staan
Slide 17 - Tekstslide
Wat betekent dit pictogram?
A
schadelijk
B
ontvlambaar
C
giftig
D
bijtend
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent dit pictogram?
A
schadelijk
B
ontvlambaar
C
giftig
D
bijtend
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Video
Wat betekent dit pictogram?
A
schadelijk
B
ontvlambaar
C
giftig
D
bijtend
Slide 21 - Quizvraag
Wat betekent dit pictogram?
A
schadelijk
B
ontvlambaar
C
giftig
D
bijtend
Slide 22 - Quizvraag
Samenvatting
Stoffen kun je herkennen aan stofeigenschappen bijv.: kleur, geur, smaak en brandbaarheid.
Massa is GEEN stofeigenschap. Massa = hoe zwaar iets is.
Sommige stoffen zijn gevaarlijk als je ze inademt, inslikt, mengt met andere stoffen, als ze te dicht bij vuur komen of als je ze op je huid, kleren of in je ogen krijgt.
Met gevarensymbolen wordt aangegeven wat het gevaar is van de stof
Slide 23 - Tekstslide
Aan de slag:
Maak de vragen 1, 3, 4, 8 t/m 11 en 14 op blz. 47, 48 en 50