23-24 Literatuurgeschiedenis 1880-1914

Literatuurgeschiedenis
1880-1914
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Literatuurgeschiedenis
1880-1914

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historische achtergrond 
  • Modernisering door de industriële revolutie
  • Economische bloei
  • Stoommachine werd breed ingezet; reizen werd veel makkelijker
  • Boeren trekken naar de stad

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Historische achtergrond
  • Culturele uitwisseling kwam goed op gang
  • Welvaart en het toerisme groeien
  • Opkomend socialisme en sociale wetgeving 
  • Kinderwetje van Van Houten (1874)
  • Leerplichtwet 1901

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fin de siècle 
Zelfvoldaan over het bereikte, maar ook angstig voor het nieuwe 
Overgangsperiode tussen 'oude' en 'nieuwe' kunst 
Vlucht uit de realiteit: kunst, luxe en genot 
Escapisme uit zich in => estheticisme en l'art pour l'art 

La Belle Epoque 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Belangrijke stromingen
  • Impressionisme
  • Naturalisme
=> de Tachtigers & De Nieuwe Gids  

  • Symbolisme
  • Neoromantiek

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme
Voortzetting van en reactie op het realisme
Doel: de beleving van het moment uitdrukken
- zintuiglijke indrukken;
- veel beeldspraak;
- veel neologismen (nieuw bedachte woorden);
- vooral poëzie (Willem Kloos)
Voorbeeld van proza: Een liefde, Lodewijk van Deyssel


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naturalisme
Vervolg op het realisme
Doel: het leven van de mens niet alleen weergeven, maar ook verklaren 
- race, milieu en moment;
- determinisme;
- psychologische en sociale romans

Voorbeeld van proza: Noodlot, Louis Couperus, Een nagelaten bekentenis, Marcellus Emants 




Slide 10 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=aio3DzkYfiA

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Tachtigers
Afwijzing van moraliserende, traditionele literatuur 

Oprichting De Nieuwe Gids

Grote vernieuwing binnen de poëzie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Tachtigers
Vorm en inhoud één 

Kunst is een persoonlijke uiting: 'de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie' 

beeldspraak; woordkunst  

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symbolisme (1890-1919)
In de literatuur vooral gebruikt door Fransen, Belgen en Russen
Doel: komen tot een diepere waarheid door je uit te drukken in symbolen (woord, stijlfiguur, beeld, klank)
- nauw verwant aan de Romantiek
- mythologische droomvoorstellingen
- In Nederland de dichters: J.H. Leopold, Adriaan Roland Holst en Albert Verwey

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symbolisme
Onrust begint twintigste eeuw
Schoonheid van een hogere werkelijkheid 

Wortelt in de Romantiek 
Sluit aan bij het idee van l’art pour l’art
Literatuur, schilderkunst, beeldende kunst 



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1907-1908

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke stroming behoorde het werk van Louis Couperus?
A
Impressionisme
B
Naturalisme
C
Neoromantiek
D
Symbolisme

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt deze periode in de (literatuur)geschiedenis ook genoemd?
A
La Belle Époque
B
Renaissance
C
Beweging van Tachtig
D
Impressionisme

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een neologisme?
A
Een vorm van beeldspraak
B
Letterlijk taalgebruik
C
Een nieuw woord
D
Een klank

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kenmerkend voor het Naturalisme?
A
determinisme
B
beeldspraak
C
zintuiglijk
D
l’art pour l’art

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie schreef Een liefde?
A
Louis Couperus
B
Willem Kloos
C
Ida Gerhardt
D
Lodewijk van Deyssel

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
De domineesdichters en de Tachtigers 
Zie de opdracht in de ELO

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies