Klas 2KT4 - Lesweek 9 - Les 3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Kapitel 2 / Thema WIR

Guten Morgen!

Handy in deine Tasche 

(nicht in deine Hosentasche)

Op tafel ligt:

dein Buch

dein Heft

dein Etui

Afspraken 2TH1

- Elkaar respecteren (niet lachen)

- Luisteren naar elkaar.

- Dat het rustig is (in de klas).

Regels

- Gedraag je fatsoenlijk.

- Telefoon in de tas, daarna rustig binnenkomen, spullen pakken.

- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.

- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

Afspraken 2KT4

- Aardig tegen elkaar doen (dus niet pesten, etc.)

- stil zijn als anderen praten

- plezier hebben

Regels

- Gedraag je fatsoenlijk.

- Telefoon in de tas, daarna rustig binnenkomen, spullen pakken.

- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.

- Ik zeg wanneer je je spullen mag inpakken.

Afspraken 2KT3

- Aardig zijn voor elkaar (niet pesten, niet uitlachen).

- Luisteren naar elkaar.

- Het leuk hebben.

Regels

- Gedraag je fatsoenlijk.

- Telefoon in de tas, daarna rustig binnenkomen, spullen pakken.

- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.

- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

Was macht ihr Heute?

- Hausaufgaben kontrollieren

- Was weißt du schon?

- Lesen

- (spelletje -> soort puzzel)

- Unterricht beenden

Lernziele

Was lernt ihr diese Stunde?

- Je oefent het werkwoord “haben”.

- Je weet hoe goed je de woorden van de Lernliste Niederländisch – Deutsch al kent.

- (Je leert nieuwe Duitse woorden kennen die met familie en vrienden te maken hebben).

- (Je kunt een eenvoudige tekst over personen begrijpen).

Achtung!

Donnerstag 2. November -> Deadline Steckbrief

Ik mis de Steckbrief van ............

Donnerstag 16. November -> Test Kapitel 1 + 2 (2x)

Flipkaartjes haben en sein

Leeroverzicht toets Kapitel 1 + 2 

Was weißt du noch von "idewis"?

i
d
e
w
i
s

Was weißt du noch? 

ik heb		einen Vater
jij hebt		eine Schwester
hij / zij / het heeft		eine Tante
wij hebben		Freundinnen
jullie hebben		Geschwister
zij hebben		ein Kind
u heeft		eine Oma

die Hausaufgaben kontrollieren /

leg je boek open op de juiste bladzijde.

KT                                                         TH

Hausaufgaben kontrollieren

Nakijken met een andere kleur pen.

Ik vraag kris / kras door de klas naar het antwoord.

Zorg ervoor dat je meedoet.

Josephine

Du bekommst ein Antwortenbuch.

Kijk daarna na het digibord, dan kun je meedoen met de klas.

Was weißt du schon? 

Hoe goed ken jij de Lernliste N-D al?

Buch zu bitte!

Was weißt du schon? 

3 woorden goed -> Haribo

3 woorden niet goed 

-> 1 keer overschrijven in je schrift

(het Nederlandse en het Duitse woord)

Lesen

- Ӧffne dein Buch auf Seite 41.

- Zwillingstädte

- Wat ga je doen voordat je begint met lezen?

- Ik lees voor, jij leest mee.

- Welke belangrijke woorden ken je niet?

- Lees de tekst nog een keer in stilte

- Maak de vragen mbv laptop.

- We nemen de vragen samen door.

Lesen

- Ӧffne dein Buch auf Seite 60.

- We lezen samen de Lernliste D-N. Ik lees voor en jullie lezen mee.

- Ik vraag kris / kras naar de betekenis van de Duitse zin.

die Hausaufgaben

KT                                                        TH

Lernziele

Was lernt ihr diese Stunde?

- Je oefent het werkwoord “haben”.

- Je weet hoe goed je de woorden van de Lernliste Niederländisch – Deutsch al kent.

- (Je leert nieuwe Duitse woorden kennen die met familie en vrienden te maken hebben).

- (Je kunt een eenvoudige tekst over personen begrijpen).

Zum Schluss

Hoe sluit je deze les af.

Duim omhoog -> prima

Duim dwars -> mwah

Duim naar beneden 

-> echt niet OK