In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Herhaling lezen
Thema 2, 3 en 4
Slide 1 - Tekstslide
Een brief is een voorbeeld van een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Tekstdoel
Een schrijver wil altijd iets met een tekst bereiken, er zijn verschillende doelen:
Informatie geven (bijv. nieuwsartikel)
Mening geven (bijv. in een tijdschrift)
Overhalen (bijv. reclame)
Vermaken (bijv. stripverhaal)
Slide 3 - Tekstslide
Een advertentie is een voorbeeld van een tekstsoort.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Tekstsoort
Er bestaan verschillende tekstsoorten:
* Brief
* Nieuwsartikel
* Advertentie
* Interview
Slide 5 - Tekstslide
Een interview is een vraaggesprek.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Informatie geven is een voorbeeld van een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Het middenstuk van een tekst noem je het centrum van de tekst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Middenstuk
In het middenstuk van de tekst vind je de belangrijkste informatie van de tekst. Deze informatie noem je de kern van de tekst. Soms staat de informatie in één alinea. Als het een lange tekst is, wordt de informatie verdeeld over meerder alinea's.
Slide 9 - Tekstslide
In het slot van de tekst vind je vaak een samenvatting van de tekst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Het slot
Het slot van de tekst is het einde van de tekst. In het slot vertelt de schrijver vaak in een paar zinnen waar de tekst over gaat. Dit noem je een samenvatting. Soms geeft de schrijver in het slot zijn mening over het onderwerp.
Slide 11 - Tekstslide
De bron vertelt je wie de tekst geschreven heeft en/of waar de tekst.