5.1 Tabellen en gemiddelde

Welkom!


Tabellen en gemiddelde
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!


Tabellen en gemiddelde

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
 
Nieuwe theorie 
Oefenopgave 
Zelfstandig werken aan opdrachten. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de leerdoelen?
 
Je leert informatie uit een tabel aflezen.
Je leert regelmaat herkennen in een tabel.
Je leert het gemiddelde van getallen berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Regelmaat in tabellen

Er zijn twee verschillende soorten tabellen. 
- Verhoudingstabellen 
- Regelmaatstabellen 

Slide 4 - Tekstslide

Verhoudingstabellen
Regelmaatstabellen 


Aantal km
0
10
20
30
Prijs 
0
1,50
3,- 
4,50
Benzineprijs als je zelf de auto pakt
Kosten van een taxirit

Slide 5 - Tekstslide

Verhoudingstabellen
Regelmaatstabellen 


Aantal km
0
10
20
30
Prijs 
0
1,50
3,- 
4,50
Benzineprijs als je zelf de auto pakt

   *Wat je boven doet, moet je onder ook      doen 
    -> er is een gemeenschappelijke factor

   *Kruiselings vermenigvuldigen 
Kosten van een taxirit

  *  Er is een startbedrag 

  * Er is geen gemeenschappelijke factor 

  * Kruislings vermenigvuldigen werkt           niet meer!

Slide 6 - Tekstslide

Hoe reken je hier dan wel mee?
Je gaat opzoek naar regelmatige stappen. 
Hiervoor bekijk je het verschil van beide rijen van de tabel. 



1 km - 0 km = 1 km 
€7,50 - €5,25 = €2,25
Per 1 km betaal je €2,25 zonder startbedrag.




Slide 7 - Tekstslide




Als je dit weet, hoeveel betaal je voor een taxirit van 8 km?




Per 1 km betaal je €2,25 zonder startbedrag.
A
€23,25
B
€28,50
C
€18,-
D
?

Slide 8 - Quizvraag

Hoe reken je hier dan wel mee?
Je gaat opzoek naar regelmatige stappen. 
Hiervoor bekijk je het verschil van beide rijen van de tabel. 



1 km - 0 km = 1 km 
€7,50 - €5,25 = €2,25
Per 1 km betaal je €2,25 zonder startbedrag.




Er komt €2,25 bij per gereden km en het startbedrag is €5,25. 

8x €2,25 + €5,25 = €23,25      

of  

€16,50 + 3x€2,25 = €23,25  

Slide 9 - Tekstslide

Hoe bereken je het gemiddelde?
De som van de getallen
                                                      = gemiddelde
Het aantal getallen

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht: Gemiddelde berekenen
1. Bereken jouw gemiddelde voor de vakken Nederlands en Engels. 
vb. (5,8 + 8,7 + 6,5) : 3 = 6,0 

2. Voorspel welk cijfer jij moet halen voor de volgende domeintoets voor jouw gewenst cijfer.
v.b. Als ik gemiddeld een 5,5 wil halen moet mijn totaal uitkomen op 5,5 x 5 = 27,5 punten
27,5 - 4,3 - 8,1 -  3,0 - 5,7 = 6,4 

Slide 11 - Tekstslide

Voor volgende les
Maken:  Alle opdrachten 4.1 Tabellen en gemiddelde 

Theorie volgende les: Grafieken

Slide 12 - Tekstslide