H3 SS5 Theme 5 E (I)

Welcome H3


Week 4 - Lesson 1
Grammar


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome H3


Week 4 - Lesson 1
Grammar


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Be ready to work in 2 minutes !
- Take off your jacket!
- Book, pen & notebook on the table
- Mobile in your bag
- Bag on the floor

- No. You may not go to the toilet! 
timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welcome! Can you guess what this is?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

It's a coffee bean!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's class
At the end of this class I...
  • ... know what indirect speech is.
  • ... can use indirect speech correctly.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is indirect speech?
Iets vertellen aan iemand
wat jij of een ander gezegd heeft. 

De hond kijkt schuldig op naar zijn baasje en zegt: "Ik zal niet meer op de bank springen."

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Look at these pictures.
On which picture(s) do you see 'indirect speech'?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar 'Indirect speech', page 75

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirect speech
Je gebruikt dit als je wil vertellen wat iemand anders heeft gezegd:
Jason: "I'm reading a very good book."
Jason said (that) he was reading a very good book. 

Tony: "My mum isn't home yet."
Tony said (that) his mum wasn't home yet. 



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je 'indirect speech'?
1. Begin je met degene die het zei.
'Patrick asked if...'

2. Gebruik je altijd een verleden tijdsvorm van zeggen. 
'Patrick said/asked/told/spoke....'

3. Ga altijd een stap terug in de tijd.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirect speech
Je gaat altijd een stapje terug in de tijd (want je vertelt het later):

Direct: present simple --->                  indirect: past simple
Direct: present continuous: --->        indirect: past continuous
Direct: past simple --->                         indirect: past perfect
Direct: present perfect--->                  indirect: past perfect

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's check if you can recognize the tenses

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which of the following is the Past Simple?
A
I am walking to school
B
I walked to school
C
I have walked to school
D
I had walked to school

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which of the following is the Past Continuous?
A
We are baking right now
B
We baked a cake last night
C
I had baked a cake before
D
We were baking last night

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which of the following is the Past Perfect:
A
I have met your parents
B
I met your parents
C
I have been meeting your parents
D
I had met your parents

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet ik op letten?
Het veranderen van persoonlijke of bezittelijke vnw.:
- Carter says, "I'm going to call him this afternoon."
- Carter said that he was going to call him in the afternoon.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's work!
timer
10:00
Exercise 13
page 12

Slide 19 - Tekstslide

https://steppingstones.digitaal.noordhoff.nl/home/ibookviewer?iBookId=c9cc4c6e-ef33-4ed1-9142-688ffd2f102b
KEY Exercise 13, page 12
  1. Lois said (that) she didn't like Peter anymore.
  2. Homer said (that) Marge didn't like his scones anymore.
  3. Mum said (that) I could only take one biscuit.
  4. Jean-Paul said (that) he bought a lot of clothes.
  5. William said (that) he saw Cathy at Harrod's today.
  6. The policeman said (that) he was going to arrest Bruce.
  7. Uncle Tom said (that) he wouldn't take me to the cinema.
  8. Randalf said (that) he knew tricks with cards and (that) he could show (them to) me.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recap
Change the following sentences to indirect speech:

1. My sister says: "I like to cook."
  • My sister/she said (that) she liked to cook.

2. Jim: "I arrived before the teacher."
  • Jim/he said he had arrived before the teacher.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Do:
/

Learn/ study:
- Grammar 13, page 75


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies