Dagboeken

Slide 1: Tekstslide
BedrijfsadministratieMBOStudiejaar 1,3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoe herken je een verkoopfactuur?

Slide 2 - Open vraag


Slide 3 - Open vraag

Hoe worden de inkoopfacturen gesorteerd?
A
Op factuurnummer
B
Op stuknummer
C
Op datum
D
Op alfabet

Slide 4 - Quizvraag


Slide 5 - Open vraag

Hoe bepaal je het grootboekrekening bij een verkoopfactuur?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kun je via Het boekhoudprogramma (Exact) een klant opzoeken?

Slide 7 - Open vraag

Klopt de codering van deze factuur?

Slide 8 - Tekstslide

Geef hieraan wat er niet klopte aan de vorige factuur?

Slide 9 - Open vraag

Hoe bepaal je het grootboekrekening bij een inkoopfactuur?

Slide 10 - Open vraag

Antwoord:
Je kijkt naar de omschrijving van het ingekocht product en zoek daarna in het grootboekrekening schema naar het meest logische rekening die daarbij kan passen.

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de rekening 0200 Kantoor inventaris of 0250 Machines en gereedschap?

Slide 12 - Open vraag

Antwoord:
Wanneer het product aan de volgende eisen voldoet:
1.  Als het product langer dan een jaar meegaat.
2. Als de prijs van het product minimaal € 450,- is.
3. Als het product een tastbare goed is.
4. Als het product binnen de onderneming gebruikt zal worden.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de eerste stap dat je doet voor het coderen van een bankafschrift?
A
Sorteren
B
Relatie opzoeken
C
Bijbehorende documenten pakken.
D
Bijbehorende documenten herarchiveren.

Slide 14 - Quizvraag


Slide 15 - Open vraag

Waar staat code ba voor en welke rekening gebruik je hiervoor de codering?

Slide 16 - Tekstslide

Waar staat code ga voor en welke document heb je hierbij nodig?

Slide 17 - Tekstslide

Welke document heb je bij code cb nodig?

Slide 18 - Tekstslide

Gebruik je een btw code bij coderen met een relatienummer bij bankafschrift?

Slide 19 - Poll

Welke opmerking noteer je op de betaalde facturen?
A
Betaald op (datum)
B
Betaald per rabo
C
Betaald per Rabo (nummer)
D
Betaald per Rabo (nummer) + rentedatum

Slide 20 - Quizvraag

Waar wordt dit boekingsdocument geboekt?
A
Inkoopboek
B
Verkoopboek
C
Bankboek
D
Kasboek

Slide 21 - Quizvraag

Welke btw codes gebruik je bij bank en kas coderingen?

Slide 22 - Open vraag

Worden de uitgegeven bedragen per kas positief of negatief geboekt?

Slide 23 - Open vraag

Wat voor document is dit?
A
Een memo
B
Een boekingsdocument
C
Kas document
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 24 - Quizvraag


Hoe is het gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll