Thema 3 Gaswisseling en uitscheiding B2 Longventilatie

Thema 3 Gaswisseling en uitscheiding
B2 
Longventilatie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 6

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Gaswisseling en uitscheiding
B2 
Longventilatie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen B2

  • Je kunt uitleggen op welke wijze longventilatie tot stand komt

  • Je kunt beschrijven hoe het longvolume verandert tijdens ventilatiebewegingen

  • Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerpen
- longventilatie
- longvlies
- borstvlies
- interpleurale ruimte
- ribademhaling/borstademhaling
- middenrifademhaling/buikademhaling

Slide 3 - Tekstslide

Interpleurale ruimte
  • Dunne laag vloeistof in ruimte tussen longvlies en borstvlies
  • Lagere druk dan buitenlucht

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Luchtdruk

Slide 6 - Tekstslide

samenvattend in woorden
Er zijn twee manieren van ademhalen: 
borstademhaling en buikademhaling

Beide berusten op het feit dat de longinhoud vergroot wordt. Dit gebeurt door aanspannen van de buitenste tussenribspieren of aanspannen van het middenrif. Hierdoor ontstaat een onderdruk, waardoor lucht naar binnen gezogen wordt. 

Slide 7 - Tekstslide

Vervolg...
Bij uitademen ontspannen de spieren zich. Hierdoor gaat het borstbeen met de ribben naar beneden en het middenrif omhoog. Er ontstaan een kleinere ruimte, waardoor er overdruk ontstaat en de lucht stroomt naar buiten.

Voor een diepe inademing worden ook de halsspieren gebruikt, voor een diepe uitademing worden de binnenste tussenribspieren ook aangespannen.

Slide 8 - Tekstslide

Ademvolume
- ademvolume
- dode ruimte
- inspiratoir reservevolume
- expiratoir reservevolume
- restvolume
- vitale capaciteit
- longvolume/longcapaciteit

Slide 9 - Tekstslide

Respirogram (83B)
  • Vt/AV = ademvolume
  • IRV = inspiratoir reservevolume
  • ERV = expiratoir reservevolume
  • RV = restvolume/residuvolume
  • VC = vitale capaciteit
  • FRC = functionele residuele capaciteit
  • TC/TLC = totale longcapaciteit

Slide 10 - Tekstslide

Regeling ademfrequentie

Slide 11 - Tekstslide

Chemoreceptoren
Rekreceptoren

Slide 12 - Tekstslide

Regeling ademfrequentie in woorden

Het ademcentrum regelt de activiteit van de ademspieren. Hiervoor zitten er chemoreceptoren in de hersenstam, de wand van de aorta en de wand van de halsslagaders. Deze meten de pCO2. Als er weinig zuurstof in het bloed zit, neemt de gevoeligheid voor CO2 toe. Door sneller en krachtiger samen te trekken, kan de hoeveelheid geventileerde lucht wel 20x zo groot worden.

Slide 13 - Tekstslide

Vervolg...

De rekreceptoren meten de mate van uitrekking. Via feedback wordt de inademing gestopt en ga je uitademen.

Bij hyperventilatie gaan personen te snel ademen, waardoor teveel CO2 uitgeademd wordt en het gehalte te laag wordt in het bloed.

Slide 14 - Tekstslide

Longaandoeningen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide