Hfd 2 Spelling

Hfd. 2 Spelling

Aan elkaar schrijven of los

  • Je kent de spellingsregels van het aan elkaar of los schrijven van woorden
  • Je kunt de regels toepassen

    Spelling ww tt en vt
  • Je kunt werkwoorden correct noteren in de tt en de vt
  • Je kent de regels voor ww in de tt (lopen) en vt ('t exkofschip)
1 / 6
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 6 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hfd. 2 Spelling

Aan elkaar schrijven of los

  • Je kent de spellingsregels van het aan elkaar of los schrijven van woorden
  • Je kunt de regels toepassen

    Spelling ww tt en vt
  • Je kunt werkwoorden correct noteren in de tt en de vt
  • Je kent de regels voor ww in de tt (lopen) en vt ('t exkofschip)

Slide 1 - Tekstslide

Deze les

10 min. Zs lezen

Uitleg: aan elkaar of los schrijven blz. 66
herhaling spelling tt (lopen) en vt ('t exkofschip)

Opdrachten maken: 2 + 4 + 7 + 12  (blz. 66)

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg aan elkaar of los: blz. 66

je schrijft woorden aan elkaar:

  • ww die beginnen met: na, op, over, uit

vb. de hond wordt uitgelaten

  • samenstelling van twee of meer znw

vb. de kassabon

  • samengestelde aardijkskundige namen

vb. Zuid-Brabant

  • getallen t/m duizend

vb. vijfhonderd

Slide 3 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd


- vul altijd het werkwoord 'lopen' in
- hoor je een -t dan schrijf je hem

- hoor je géén -t dan schrijf je het met een -d


loop         ik      loop

loop         jij      loopt

loopt   hij/zij   loopt

loop     het     loopt


Verleden tijd


  1.  Wat is de stam (-en)?
  2. Wat is de laatste letter?
  3. Zit de letter in 't exkofschip
    ja     -> +te                             nee -> +de


fietsen                  beantwoorden

fiets                        beantwoord

s                               d

ja -> +te                 nee->+de
fietste                     beantwoordde

 


Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten


Maak nu:
opdracht 2 
opdracht 4 (noteer alleen het hele werkwoord)
opdracht 7 (verbeter alleen de fouten)

opdracht 12 (tegenwoordige tijd)

Slide 5 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Aan elkaar schrijven of los

  • Je kent de spellingsregels van het aan elkaar of los schrijven van woorden
  • Je kunt de regels toepassen

    Spelling ww tt en vt
  • Je kunt werkwoorden correct noteren in de tt en de vt
  • Je kent de regels voor ww in de tt (lopen) en vt ('t exkofschip)

Slide 6 - Tekstslide