Aan elkaar schrijven of los
In deze les zitten 6 slides, met tekstslides.
10 min. Zs lezen
Uitleg: aan elkaar of los schrijven blz. 66herhaling spelling tt (lopen) en vt ('t exkofschip)
Opdrachten maken: 2 + 4 + 7 + 12 (blz. 66)
je schrijft woorden aan elkaar:
vb. de hond wordt uitgelaten
vb. de kassabon
vb. Zuid-Brabant
vb. vijfhonderd
Tegenwoordige tijd
- vul altijd het werkwoord 'lopen' in- hoor je een -t dan schrijf je hem
- hoor je géén -t dan schrijf je het met een -d
loop ik loop
loop jij loopt
loopt hij/zij loopt
loopt het loopt
Verleden tijd
fietsen beantwoorden
fiets beantwoord
s d
ja -> +te nee->+defietste beantwoordde
Opdrachten
Maak nu: opdracht 2 opdracht 4 (noteer alleen het hele werkwoord) opdracht 7 (verbeter alleen de fouten)
opdracht 12 (tegenwoordige tijd)