- At the end of this lesson I know what modal verbs are
- At the end of this lesson I know when to use modal verbs
- At the end of this lesson I can use modal verbs in sentences.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
engelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welcome everybody!
- At the end of this lesson I know what modal verbs are
- At the end of this lesson I know when to use modal verbs
- At the end of this lesson I can use modal verbs in sentences.
Slide 1 - Tekstslide
First things first, what is a modal in Dutch?
A
Koppelwerkwoord
B
Hoofdwerkwoord / Zelfstandig werkwoord
C
Hulpwerkwoord
Slide 2 - Quizvraag
Modals
Modal = Hulpwerkwoord
Helpt het belangrijkste werkwoord in de zin om de boodschap over te brengen, het is een aanvulling op het hoofdwerkwoord.
You have tosend that letter. = Jij moet die brief versturen.
She must go to work. = Zij moet naar haar werk gaan.
Slide 3 - Tekstslide
Modals
Je hebt verschillende hulpwerkwoorden:
Can - Could - Have to - Should - Must
Je verandert een modal verb nooit in de zin, die blijft altijd hetzelfde. Uitzondering: have to.
I have to - He/She/It has to - We/You/They have to
Slide 4 - Tekstslide
Wat is de modal (hulpwerkwoord) in deze zin: They could give you some more information.
Slide 5 - Open vraag
Wat is de modal in deze zin: I must go to sleep now.
Slide 6 - Open vraag
Wat is de modal in deze zin: He has to take his medication.
Slide 7 - Open vraag
Have to & should
Have to wordt gebruikt om aan te geven dat iemand iets moet doen. Het is dan verplicht.
Should wordt gebruikt om iemand advies te geven wanneer het niet verplicht is. Je zegt dan dus dat het goed/verstandig is om iets op een bepaalde manier te doen.
Slide 8 - Tekstslide
Must
Must gebruik je wanneer de spreker zelf vindt dat iets gedaan moet worden, naar hun eigen mening.
Ook gebruik je must wanneer je iemand iets sterk wilt aanraden, maar het geen verplichting is.
Slide 9 - Tekstslide
Choose the correct modal: You ....................... do it, it's in the rules!
A
must
B
have to
C
should
D
could
Slide 10 - Quizvraag
Choose the correct modal: My advice would be that you ............. see a doctor.
A
should
B
have to
C
must
D
could
Slide 11 - Quizvraag
Fill in the correct modal: I ........... really finish this assignment today.
Slide 12 - Open vraag
Fill in the correct modal: ........... you help me figure out which dress I should buy?
Slide 13 - Open vraag
Fill in the correct modal: I think you .............. read more books