Di 21 nov v1a 'thema Helden'

Goedemorgen v1a!
Fijn dat je er bent.

Pak je spullen:
  • lesboek
  • pen of potlood
  • je leesboek (!)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen v1a!
Fijn dat je er bent.

Pak je spullen:
  • lesboek
  • pen of potlood
  • je leesboek (!)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
  • We gaan vandaag: werken aan spelling en formuleren + fictie lezen.
En aan de slag met interview vragen. 

Je leert:
Volledige zinnen maken (die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken).
We doen dit omdat je tijdens het thema Helden een verslag schrijft van jouw interview. Daarvoor moet je duidelijk en correct kunnen schrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het is november dus Sinterklaas is weer in het land dat vind ik leuk want ik hou veel van cadeaus gezelligheid en pepernoten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Het is november dus Sinterklaas is weer in het land. Dat vind ik leuk, want ik hou veel van cadeaus, gezelligheid en pepernoten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters & leestekens
Voor het gebruik van hoofdletters en leestekens in de zin gebruik je een aantal regels:
  • Een tekst bestaat uit zinnen.
  • Elke volledige zin heeft een onderwerp + persoonsvorm.
  • Je begint een zin met een hoofdletter.
  • Aan het einde van de zin staat een leesteken.
  • Een gewone zin eindigt met een punt. Ik hou van speculaas.
  • Een vraagzin eindigt met een vraagteken. Wil jij voor mij cadeaus kopen?
  • Bij een uitroep gebruik je een uitroepteken. U bent mijn favoriete docent!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen
was jij gisteren met jouw zusje in middenwaard

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voegwoord
Je kunt twee mededelingen samenvoegen met een voegwoord, 
zoals als, doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat of zodra.

Ik hou van de herfst, omdat ik dol ben op regen.
Ik hou van de herfst. Omdat ik dol ben op regen.*
Ik hou van de herfst. Ik ben dol op regen.
Omdat ik dol ben op regen hou ik van de herfst.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
Wanneer schrijf je een hoofdletter?
  1. .............................................................................................................
  2. .............................................................................................................
  3. .............................................................................................................

  • Hoe zit het met dagen, maanden, seizoenen en windstreken?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je eindigt een zin met:
  1. .............................................................................................................
  2. .............................................................................................................
  3. .............................................................................................................

Wanneer plaats je een komma?

Je kunt al deze theorie vinden in je boek, cursus 7 Spelling - §1 (p. 244)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
  1. meester frits ten have
  2. hovenier uit den boogaard
  3. elianne van der vlist
  4. voetballer el ahmadi
  5. directeur van de kraats-in 't veld
  6. schrijfster naima el bezaz  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat? Je maakt opdrachten uit het werkboekje.
Hoe? Zelfstandig (dus in stilte), antwoorden noteer je op het blad. 
Hulp? Je weet 't - BBB
Tijd? 20 minuten, inclusief nakijken. 
Uitkomst? Lastige opdrachten bespreken we achteraf.
Klaar? Laat het zien en haal een nakijkvel op. Je gaat zelfstandig nakijken. 
Ook klaar? Maak opdracht 4 op p. 245. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je een vraag?
We bespreken de opdrachten waar je een vraag over hebt. 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt geleerd:
Volledige zinnen te maken (die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breinbreker
Keesje houdt van appeltaart bakken en haken.

Wat staat hier?
  • Plaats een komma zodat de betekenis verandert.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie lezen
Even een momentje van rust. 
Pak je leesboek erbij, we gaan in stilte lezen. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen stellen
In een interview stelt een interviewer vragen om aan informatie te komen. De interviewer kan open en gesloten vragen stellen.

We kijken een filmpje over de theorie. 

(noteer voor jezelf de belangrijkste punten)

Slide 16 - Tekstslide

Wie herken je? Wie zijn dit?

Wie is er voor jou een held?
Waarom? 

Welke foto past het minst bij dit thema?
Waarom? 

Maak een top 3.
Denken - delen - uitwisselen 

Wie ontbreekt er nog? En waarom? 
Aan de slag!
Wat? We maken opdracht 1 en 2 op p. 182-183.
Hoe? We kijken klassikaal de filmpjes.
Je noteert de antwoorden in je schrift.
Hulp? Lees je boek. Lukt het niet, steek je hand op.
Tijd? Tot we klaar zijn.
Resultaat? Je oefent met de doelen van deze les. 
Klaar? Dan gaan we verder met de opdrachten. 
                                                           

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even checken
We hebben het gehad over open en gesloten vragen. 

  • Mensen geven vooral lange antwoorden bij ........................................................
Deze vragen beginnen vaak met .......................................................................................

  • Op een .................................. vraag is maar één antwoord mogelijk. 
Vaak is dat ........................................................

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van de les
Je kunt nu:
  • open en gesloten vragen herkennen in interviews
  • hoofdzaken uit een interviewfragment halen
  • informatie en meningen uit een fragment uitleggen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Di 21 nov v1a 'thema Helden'

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies