Formuleren en spelling hv + v

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. lesboek
  2. schrift
  3. pen
  4. leesboek

Open je leesboek, 
we starten met lezen.
timer
15:00
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. lesboek
  2. schrift
  3. pen
  4. leesboek

Open je leesboek, 
we starten met lezen.
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdletters
Wanneer schrijf je een hoofdletter?
  1. .............................................................................................................
  2. .............................................................................................................
  3. .............................................................................................................

En dagen, maanden, seizoenen en windstreken?

Slide 3 - Tekstslide

Je eindigt een zin met:
  1. .............................................................................................................
  2. .............................................................................................................
  3. .............................................................................................................

Wanneer plaats je een komma?

Slide 4 - Tekstslide

Heb je een vraag?
We bespreken de opdrachten waar je een vraag over hebt. 


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. lesboek
  2. schrift
  3. pen
  4. leesboek

Open je leesboek, 
we starten met lezen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze les
Je leert:
  • Volledige zinnen maken (die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken).

Slide 8 - Tekstslide

het is november dus Sinterklaas is bijna weer in het land dat vind ik leuk want ik hou veel van cadeaus gezelligheid en pepernoten

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Het is november dus Sinterklaas is bijna weer in het land. Dat vind ik leuk, want ik hou veel van cadeaus, gezelligheid en pepernoten.

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdletters & leestekens
Voor het gebruik van hoofdletters en leestekens in de zin gebruik je een aantal regels:
  • Een tekst bestaat uit zinnen.
  • Elke volledige zin heeft een onderwerp + persoonsvorm.
  • Je begint een zin met een hoofdletter.
  • Aan het einde van de zin staat een leesteken.
  • Een gewone zin eindigt met een punt. Ik hou van speculaas.
  • Een vraagzin eindigt met een vraagteken. Wil jij voor mij cadeaus kopen?
  • Bij een uitroep gebruik je een uitroepteken. U bent mijn favoriete docent!

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen
was jij gisteren met jouw zusje in middenwaard

Slide 12 - Tekstslide

Voegwoord
Je kunt twee mededelingen samenvoegen met een voegwoord
zoals als, doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat of zodra.

Ik hou van de herfst, omdat ik dol ben op regen.
Ik hou van de herfst. Omdat ik dol ben op regen.*
Ik hou van de herfst. Ik ben dol op regen.
Omdat ik dol ben op regen hou ik van de herfst.

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdletters
Wanneer schrijf je een hoofdletter?
  1. .............................................................................................................
  2. .............................................................................................................
  3. .............................................................................................................

En dagen, maanden, seizoenen en windstreken?

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdletters
  • dagen: maandag, zaterdag...
  • maanden: april, augustus, november...
  • seizoenen: winter, lente, zomer, herfst
  • windstreken: noord, oost, zuid, west


Dagen, maanden, seizoenen en windstreken schrijf je zonder hoofdletter!

Slide 15 - Tekstslide

Je eindigt een zin met:
  1. .............................................................................................................
  2. .............................................................................................................
  3. .............................................................................................................

Wanneer plaats je een komma?

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Je maakt opdracht 2 t/m 4 van §1 Spelling op p. 244-245.
Hoe? Zelfstandig (dus in stilte), antwoorden noteer je in je schrift. 
Hulp? Lees de theorie nog eens door als je het niet goed begrijpt. 
Tijd? 20 minuten, inclusief nakijken. 
Uitkomst? Lastige opdrachten bespreken we achteraf.
Klaar? Laat het zien en haal een nakijkvel op. Je gaat zelfstandig nakijken. 
Ook klaar? Maak de puzzel. 

Slide 17 - Tekstslide

Heb je een vraag?
We bespreken de opdrachten waar je een vraag over hebt. 


Slide 18 - Tekstslide

Lesdoel
Je hebt geleerd:
Volledige zinnen te maken (die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken).

Slide 19 - Tekstslide

Breinbreker
Keesje houdt van appeltaart bakken en haken.

Wat staat hier?
  • Plaats een komma zodat de betekenis verandert.

Slide 20 - Tekstslide

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. leesboek
  2. laptop (laat 'm dicht)

Open je leesboek, 
we starten met lezen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Deze les
Je kunt al:
  • Volledige zinnen maken (die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken).

Je leert:
  •  bijvoeglijke naamwoorden spellen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!
Je kunt zelfstandig aan de slag met de opdrachten.
Ga naar:
  • Magister
  • Nieuw Nederlands Online
  • Cursus 7 Spelling
  • § 1 Hoofdletters en leestekens
  • Opdracht 1, 3 en 4
Klaar? Ga verder met §3. Lees de theorie en maak opdr. 2, 3 en 5.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. lesboek
  2. schrift
  3. pen
  4. leesboek

Open je leesboek, 
we starten met lezen.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Deze les
Je kunt al:
  • Volledige zinnen maken (die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken).
  •  bijvoeglijke naamwoorden spellen.
Je leert:
  • meervouden spellen. 

Slide 30 - Tekstslide

Meervoud spellen
Wie kan mij hier iets over vertellen? 
Leg uit! 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Je maakt opdracht 2, 3 en 5 van §3 Spelling.
Hoe? Zelfstandig (dus in stilte), antwoorden noteer je in je schrift.
Hulp? Lees de theorie nog eens door als je het niet goed begrijpt.
Tijd? 20 minuten, inclusief nakijken.
Uitkomst? Lastige opdrachten bespreken we achteraf.
Klaar? Dan ga je verder met §4.
Lees de theorie en maak opdracht 1 tot en met 3. 

Slide 33 - Tekstslide

Artikel lezen
Pak je map erbij. Ik deel een artikel uit. 

Slide 34 - Tekstslide