Je gebruikt dit in zakelijke berichten (berichten die niet persoonlijk zijn)
Bijvoorbeeld: u, geachte, met vriendelijke groet
Informeel taalgebruik
Alledaagse taal
Je gebruikt dit als je communiceert met mensen die je goed kent
Niet altijd onbeleefd of verkeerd
Bijvoorbeeld: je, hoi, groetjes
Slide 7 - Tekstslide
Individueel werken
Wat: Maak opdracht 3, 4, 6 t/m 8
Hoe: Individueel
Hulp: Je mag met elkaar overleggen
Tijd: Tot het einde van de les
Klaar: Lees leertekst en op bladzijde 32 en 33
Slide 8 - Tekstslide
Stappenplan schrijven
Oriënteren
Voorbereiden
Uitvoeren
Nakijken
Herschrijven
Voorbereiden
Informatie verzamelen
Hoe? 5W1H
Slide 9 - Tekstslide
Schrijfdossier
Maak op je laptop onder 'One Drive' een map aan. Noem die 'Nederlands'.
Maak in die map nog een map. Noem die 'Schrijfdossier'.
In ieder hoofdstuk maak je een schrijfopdracht. Deze schrijfopdrachten zet je hierin. Aan het einde van het jaar kies je de beste schrijfopdracht uit en daarvoor krijg je een cijfer.
Slide 10 - Tekstslide
Individueel werken
Wat: Lees de leertekst (bladzijde 32) en maak opdracht 4, 6 t/m 11
Hoe: Individueel, in stilte
Hulp: Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
Tijd: Tot het einde van de les
Klaar: Start met de schrijfopdracht voor je schrijfdossier: maak opdracht 12 en 13