werkwoordspelling les 1 gebiedende wijs

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Bedenk nu een zin in de gebiedende wijs.

Gebiedende wijs
Wil jij die deur even sluiten?

1. sluit jij de deur
2. sluit de deur
3. wil sluiten

Gebiedende wijs
Wil jij even een kopje koffie voor mij halen?

1. wil je halen
2. kopje koffie voor mij
3. loop jij even naar de keuken
4. haal koffie voor mij

Persoonsvorm vinden

• Vraagproef    Het werkwoord komt (meestal) vooraan in de                                    zin.
• Tijdproef         Het werkwoord verandert als je de zin in een                                    andere tijd zet.
  

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

1. wat
2. is
3. de persoonsvorm
4. deze zin

persoonsvorm?
De kinderen zitten in de klas.

1. de kinderen
2. in
3. zitten
4. de klas

persoonsvorm?
Wij bakken een biefstuk vanavond.

1. bakken
2. wij
3. een biefstuk
4. vanavond

Wanneer je in een zin de persoonsvorm moet invullen, gebruik je de bovenste helft van je denkstappenkaart!

Is het woord dat je moet invullen geen persoonsvorm, dan schrijf je het woord zo kort mogelijk op! 

Gebruik dan de onderste helft van je denkstappenkaart!

Je hebt het onderwerp in de zin nodig om te kijken welke vorm de persoonsvorm heeft.

meervoud of enkelvoud?

Onderwerp vinden

Wie / Wat + persoonsvorm 

Loop je even mee naar buiten?
onderwerp?

1. loop
2. je
3. naar buiten
4. mee

onderwerp?
De buurman legt de dakpannen weer op het dak.

1. de buurman
2. de dakpannen
3. legt
4. het dak

onderwerp?
De storm raasde over het land.

1. raasde
2. het land
3. de storm

Hoe vind jij de persoonsvorm?

Hoe vind je het onderwerp in de zin?

Hij is ...........
(verhuizen)

1. verhuist
2. verhuisd

Hij .... vandaag.
(verhuizen)

1. verhuist
2. verhuisd

De bladeren ... door de lucht.
(vliegen v.t.)

1. vliegt
2. vloog
3. vlogen
4. vliegen

Vul in: werken v.t.
De mannen ... op de bouwplaats.

branden v.t.
Het huis.... helemaal af.

1. brande
2. brandde
3. brandden
4. branden

Vul in: lopen (v.t.)
Hij .... in de regen en de storm.

gebiedende wijs
Ruim jij jouw spullen even op?

1. ruim jij op?
2. ruim jij spullen op?
3. ruim op!

gebiedende wijs
Wil jij dat plein voor mij vegen?

gebiedende wijs (loslaten)