Blok 5 - Spelling - les 1 - vdw als bnw

Blok 5 - Spelling
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Blok 5 - Spelling
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: werkwoordspelling
5
Lees
blz. 227
Lees opdracht 16 goed door. 
Maak
Opdracht 16
Hoe
Schrijf de vetgedrukte persoonsvormen en voltooid deelwoorden over.
Niet goed gespeld? Verbeter en leg uit welke spellingsregel.
Tijd
5 minuten
Klaar
Lees de theorie op blz. 228 - voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord. Zorg dat je dit in je eigen woorden kunt uitleggen. 
Resultaat
Klassikaal bespreken van opdracht 16

Slide 2 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Kunnen 
Je weet wat een voltooid deelwoord is.

Je weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.

Je weet dat je een voltooid deelwoord ook als bijvoeglijk naamwoord kunt gebruiken.


 
Je kunt het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord goed spellen.





Weten 
Blok 5
1 KGT

Slide 3 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

           Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
5.8
Je hebt geleerd hoe je het voltooid deelwoord spelt. Je weet ook wat een bijvoeglijk naamwoord is. 
       Je kunt een voltooid deelwoord gebruiken als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 4 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

           Spelling - opdracht 17  - herkennen vdw als bnw  
5
blz. 228
In Tekst 3 staan vijf voltooide deelwoorden die als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. Schrijf deze over.

Slide 5 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

           Spelling - vdw als bnw  
5
Eindigt het voltooid deelwoord eindigt op -en. Dan schrijf je het bijvoeglijk naamwoord precies zo.
Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of -d? Dan zet je er een -e- achter. Let wel even goed op de klank. Zie voorbeeld:

Slide 7 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

           Even oefenen
5
  1. De stratenmaker legt klinkers in de (verbreden) straat.
  2. Ik gooi de (verrotten) appel snel bij het afval.
  3. De (vergeten) tas stond eenzaam op het perron.

Slide 8 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

           Spelling- zelfstandig werken    
5
Lees
blz. 228 + 229
Lees de theorie eerst goed door voordat je aan de opdracht begint.
Maak
Opdracht 18
Hoe
In je schrift - je schrijft alleen het bijvoeglijke naamwoord op.
Zachtjes overleggen mag.
Tijd
5 minuten
Klaar
Lees de theorie op blz. 230 5.9 Bezitsvorm. Zorg dat de je uitleg in je eigen woorden kunt uitleggen.
Resultaat
Klassikaal bespreken van opdracht 18

Slide 9 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

           Spelling- typische toetsvragen
5
 LessonUp.app

Straks zo je vijf werkwoorden. Maak van elk werkwoord een bijvoeglijk naamwoord en noteer het.

Slide 10 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

de ... (doden) insecten

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de ... (braden) kip

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de ... (poetsen) schoenen

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

het ... (spitten) bloemperk

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de ... (werpen) bal

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan een voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord goed spellen.
0100

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies