SIEL Les 20 en 21 interviewen

Vandaag
Controleer zelf les 47 m.b.v. het antwoordenboek
Uitleg 'Het interview' (pws)
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Controleer zelf les 47 m.b.v. het antwoordenboek
Uitleg 'Het interview' (pws)

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Controleer zelf les 47 m.b.v. het antwoordenboek
Uitleg 'Het interview' (pws)

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een goed interview?
Aan het eind van deze les weet je...
  •  wat het belangrijkst is bij een interview
  • hoe je je voorbereidt op een interview

Slide 3 - Tekstslide

Het interview 





Matthijs van Nieuwkerk                            Coen Verbraak

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

0

Slide 6 - Video

Wat is het belangrijkst in een interview?

Slide 7 - Open vraag

Tips voor een goed interview
Bereid je vragen goed voor 
Stel open vragen! 
Maak een vragenlijstje en durf van je vragenlijstje af te wijken
Vraag steeds om voorbeelden
Bedenk goed wat je lezer wil weten
Durf stiltes te laten vallen
Laat je interview nalezen

  

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat doet Danny goed?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Tijdens het interview 
  • Stel één vraag tegelijk.
  • Vraag door als je nog geen duidelijk antwoord hebt op de vraag. Stel de vraag nog een keer, maar dan in andere woorden.
  • Als je iets interessant hoort, vraag dan door. Je hoeft niet alle vragen precies volgens je lijstje te stellen.

Slide 12 - Tekstslide

Tijdens het interview
  • Stel af en toe een verrassende vraag. Daar wordt het interview leuker van. "Wat is het engste wat je ooit hebt meegemaakt?"
  • Bekijk tot slot je vragenlijstje en controleer of je nu alles weet wat je wilt weten. 
  • Bedank voor het interviewen en vertel wat er verder met het interview gebeurt.  

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag! 
Maak van les 20 opdracht 1 t/m 9
Opdracht 8 en 9 lever je maandag in. 
  

Slide 14 - Tekstslide

Vandaag
Hoe maak je een afspraak voor een interview?
Bespreken les 20 opdracht 1 t/m 6 
Interviewen klasgenoot 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe maak je een afspraak voor een interview?
  1. Bel de persoon op. Of app, maar zorg dan dat je geen taalfouten maakt.
  2. Vertel waarom en waarover je iemand wilt interviewen
  3. Maak een afspraak voor een datum, tijd en plaats en herhaal deze afspraak zodat je je niet kunt vergissen.
  4. Noteer deze afspraak in je agenda/Magister                        zodat je 'm niet kunt vergeten. 

Slide 16 - Tekstslide

Wie gaan we allemaal interviewen?
  1. Interview met een klasgenoot houden en uitwerken. (les 20 opdr. 8) 
  2. Interview met een voor jou minder bekend persoon houden en uitwerken (les 20 opdr. 10, 11, 12)
  3. Interview voor het profielwerkstuk houden en uitwerken. (SE2)

Slide 17 - Tekstslide

Het interview uitschrijven

Aan het eind  van deze les weet je:
 
- hoe een interview eruit kan zien. 

- welke vorm van interview jouw voorkeur heeft en waarom. 

Slide 18 - Tekstslide

Leerstof 
Je kunt op twee manieren een interview schrijven:

1.  directe vorm  (vraag/antwoord interview)

2. verhaalvorm  (interview met een lopend verhaal in de hij/zij-vorm)

Slide 19 - Tekstslide

Directe vorm: vraag/antwoord
- Je schrijft de vragen en antwoorden op 
- De vragen maak je vet en in de antwoorden laat je onbelangrijke dingen weg. De antwoorden zijn allemaal quotes.

Voorbeeld: 
Opa, hoe ging het vroeg bij u op school? 
"Nou kindje, toen werden we nog met de liniaal op onze vingers geslagen als we ongehoorzaam waren. "

Slide 20 - Tekstslide

Verhaalvorm
- Je laat de vragen weg en je beschrijft wat er gezegd is.
- De antwoorden vat je samen in je eigen woorden en wissel je af met citaten van de geïnterviewde persoon 

Voorbeeld
Opa vertelt dat het vroeger anders was op school. Als leerlingen ongehoorzaam waren, dan werden ze met de liniaal op hun vingers geslagen. "Zo'n tik kon verschrikkelijk pijnlijk zijn",  beschrijft opa. 

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 
Bekijk/lees op de volgende pagina het interview met rapper Snelle. (Klik op de link naar het interview)

Beantwoord daarna in LessonUp de bijbehorende vragen 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Het interview met Snelle is een:
Tekst
A
verhaalvorm: lopend verhaal in de hij/zij vorm
B
directe vorm: vraag-antwoord

Slide 24 - Quizvraag

Welke kenmerken van dit type interview heb je gezien?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Link

Het interview met Tate McRae is een directe vorm, want....

Slide 27 - Open vraag

Geef je mening: welke vorm van een interviewverslag vind je beter en waarom? Kies uit een verslag in de directe vorm of de verhaalvorm.

Slide 28 - Open vraag

Directe vorm (vraag/angtwoord)
6. WIE INSPIREREN JOU?
"Jett Rebel. Hij is zo eigen en karakteristiek, hij is echt een icoon. En Beyoncé. Alles aan haar inspireert me: haar stem, performance, haar zijn. Ze is altijd professioneel en schijnt tegen iedereen aardig te zijn."

Slide 29 - Tekstslide

Verhaalvorm
Jett Rebel inspireert Liesbeth  enorm, omdat hij zo karakteristiek is, een echte icoon. En alles aan Beyonce inspireert haar, zoals haar stem, performance, haar 'zijn'. "Ze is altijd professioneel en schijnt tegen iedereen aardig te zijn."

"citaat" = wat iemand letterlijk zegt, dat kun je gebruiken in een samenvattend verslag 

Slide 30 - Tekstslide

Herschrijf deze vraag zo dat het een lopend verhaal wordt.
7. JE DEED MEE AAN EEN TALENTENJACHT. WAAROM?
Ik was net klaar met het vwo toen ik gescout werd voor The Voice. Ik wilde een tussenjaar nemen en omdat ik graag een keer een blind audition wilde doen, dacht ik: why not, nu heb ik er tijd voor

Slide 31 - Tekstslide

Hoe dan? 
  • Laat de vraag weg: verwerk deze in het antwoord. 
Begin bijvoorbeeld met: Maan deed mee aan een talentenjacht, omdat ......maak zelf maar af. 

  • Voeg een citaat toe

Slide 32 - Tekstslide

Interview schrijven in acht stappen :


  1.  Verzamel je informatie: de vragen, de antwoorden of je opname van het interview
  2. Kies uit je informatie wat je wilt gebruiken voor het verslag. Bedenk  daarbij wat belangrijk is voor de lezer. Schrijf de informatie die je wilt gebruiken uit. 
  3. Orden de info. Zorg dat het in een logische volgorde staat - dat hoeft niet de volgorde te zijn waarin je de vragen hebt gesteld. 

Slide 33 - Tekstslide

Interview schrijven in acht stappen:
4. Kies voor de vorm waarin je de kern van je verslag schrijft: directe vorm: vraag-antwoord of de verhaalvorm
5. Schrijf je tekst (inleiding - kern - slot)
6. Lees je tekst na en verbeter fouten
7. Laat de geïnterviewde het verslag lezen
8. Verwerk het commentaar in een definitieve versie


Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk
Maak van les 21  opdracht 1 t/m 8
 

Slide 35 - Tekstslide