2021 Crisissituaties: Delier en Intoxicatie

Delier en intoxicatie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Delier en intoxicatie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Voorkennis

Slide 3 - Tekstslide

Om goed te kunnen handelen moet je symptomen van somatische problemen goed herkennen.

Bij welke zorgvrager is sprake van een delier?
A
Mw. Jansen heeft pijn in de kaak, onrustig gevoel. Drukkend gevoel op borst. Lange tijd vermoeid, komt depressief over
B
Mw. de graaf is stil en teruggetrokken. Problemen met begrijpen wat anderen zeggen en met spreken. Snel geïrriteerd en zit voortdurend te plukken aan shirt.
C
Mw. Nooitgedagt is misselijk en duizelig, heeft hoofdpijn, voelt zich slap en is verward. Heeft een droge mond en droge lippen
D
Mr. Arends heeft een licht gevoel in het hoofd wanneer hij snel opstaat. Hij zegt dat hij wazig ziet en zwarte vlekken voor de ogen. Ook heeft hij last van pijn in zijn nek

Slide 4 - Quizvraag

Met welk meetinstrument breng je in kaart of er sprake is van een delier?
A
De ABCDE methode
B
De DOS schaal
C
De EWS
D
De APVU schaal

Slide 5 - Quizvraag

Wat doe je als verzorgende om een delier te verminderen?
A
Herkenningspunten geven
B
Rustig spreken in korte zinnen
C
De zorgvrager zoveel mogelijk alleen laten
D
Zorgen voor een goed dag- en nachtritme

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 
Delier
  • Je legt uit wat een delier is en aan welke symptomen je een delier kunt herkennen (tenminste 4 criteria)
  • Je benoemt welke zorgvragers er tot de risicogroep behoren
  • Je benoemt wat de lichamelijke oorzaken van een delier zijn
  • Je benoemt welke acties je kunt inzetten om de zorgvrager met een delier te ondersteunen
  • Je benoemt maatregelen om een delier te voorkomen
 

Slide 8 - Tekstslide

Verwerking
1. Ga naar de planner
2. Open de opdracht 'Delier'
3. Maak in tweetallen de opdrachten.
Klaar?
4.  Ruil je opdracht met een ander tweetal. Kijk elkaars opdrachten na en geef feedback
6. Verwerk de gekregen feedback en bepaal voor jezelf je 'feedforward' oftewel; Welke actie ga jij nog ondernemen om dit verder onder de knie te krijgen?

Slide 9 - Tekstslide

Voorkennis

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Iemand verliest meer water dan zout
A
hypertone dehydratie
B
Isotone dehydratie
C
hypotone dehydratie

Slide 12 - Quizvraag

Wat is intoxicatie?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Noem tenminste 3 middelen die een intoxicatie kunnen veroorzaken

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

intoxicatie kan alleen ontstaan door een stof die via de mond, luchtwegen of huis het lichaam binnen is gekomen
Juist
Onjuist

Slide 17 - Poll

Onjuist

Slide 18 - Tekstslide

Handelen bij een intoxicatie

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

Wat zou jij doen om intoxicatie bij jou op stage te voorkomen?

Slide 21 - Open vraag

Preventieve maatregelen
Voorlichting over:
  • bijwerkingen en interacties van medicatie
  • medicijngebruik en (grote hoeveelheden) alcohol
  • ‘giftige’ stoffen of planten
  • koolmonoxidevergiftiging (slecht of niet ventileren van ruimtes)
  • het gebruik van drugs en de gevaren hiervan




Slide 22 - Tekstslide

Preventieve maatregelen
Signaleren: 




  • Observeer de zorgvrager. Is zijn gedrag anders dan anders, overleg dan met je leidinggevende.
  • Praat ook met je leidinggevende wanneer de medicatie steeds eerder op is en je het idee hebt dat er medicijnen ‘verdwijnen’

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen 
Intoxicatie
  • Je legt uit wat intoxicatie is
  • Je benoemt wat de oorzaken van intoxicatie kunnen zijn
  • Je benoemt wat de symptomen van intoxicatie zijn en hoe je deze herkent
  • Je beschrijft wat de taak van de verzorgende is ten opzichte van preventieve interventies bij intoxicatie
  • Je benoemt welke acties je in kunt zetten bij intoxicatie
 

Slide 24 - Tekstslide

Verwerking
1. Ga naar de planner
2. Open de opdracht 'intoxicaitie'
3. Maak in tweetallen de opdrachten.
Klaar?
4.  Ruil je opdracht met een ander tweetal. Kijk elkaars opdrachten na en geef feedback
6. Verwerk de gekregen feedback en bepaal voor jezelf je 'feedforward' oftewel; Welke actie ga jij nog ondernemen om dit verder onder de knie te krijgen?

Slide 25 - Tekstslide

Evaluatie
Doe de leerdoelencheck!


Slide 26 - Tekstslide

Wat is jouw 'feedforward'?

Slide 27 - Open vraag

Geef 1 verbetertip voor de docent

Slide 28 - Open vraag

Huiswerk
- Kijk en beluister de thuislessen en vat samen:
  • Orgaanfalen
OF
- Lees de zelfstandig de theorie (PDF in de Planner) van de volgende thema's en vat samen:
  • Orgaanfalen

Slide 29 - Tekstslide