Woordstrategieën

Socialiseren
Pak alvast je boek, je schrift en een pen.

Laptop mag je ook gebruiken. 
timer
5:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Socialiseren
Pak alvast je boek, je schrift en een pen.

Laptop mag je ook gebruiken. 
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
  • Onderdeel woordenschat (hfdst. 1 t/m 4 > P.T.A.)
  • Leerdoelen
  • Instructie
  • Individueel, samenwerken of verlengde instructie 
  • Cijfers taalverzorging (zie SOM)
  • Afsluiting les 
  • Opruimen

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 Woordstrategieën

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
  • Kun je de verschillende woordstrategieën opnoemen 
  • Kun je herkennen welke woordstrategie wanneer ingezet wordt bij het lezen van een onbekend woord. 

Slide 4 - Tekstslide

Vijf woordstrategieën
1. Synoniem
2. Omschrijving of definitie
3. Voorbeeld
4. Tegengestelde betekenis
5. Herkennen van woorden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Wat is een synoniem?
A
Een ander woord met een andere betekenis
B
Een ander woord met dezelfde betekenis
C
Hetzelfde woord met een andere betekenis
D
Hetzelfde woord in een andere taal

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer spreek je van een tegenstelling?
A
Woord staat verderop in de tekst
B
Er staat een omgekeerde betekenis in de tekst.
C
Er staat een voorbeeld in de tekst.
D
Je herkent een gedeelte van het woord.

Slide 8 - Quizvraag

Bij welke woordstrategie kijk je naar de context?
A
Synoniem
B
Voorbeeld
C
Omschrijving of definitie
D
Tegengestelde betekenis

Slide 9 - Quizvraag

Welke strategie wordt hier gebruikt?
Als je op jezelf woont, krijg je te maken met allerlei instanties, zoals verzekeringsmaatschappijen, banken en scholen.
A
synoniem
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
omschrijving

Slide 10 - Quizvraag

Welke manier zie je hier?
Zo sympathiek als ik jou gisteren vond, zo onvriendelijk vind ik jou vandaag
A
synoniem
B
omschrijving
C
tegenstelling
D
voorbeeld

Slide 11 - Quizvraag

Welke manier zie je hier?
Er zijn hier diverse winkels, zoals de Hema, de Action en de Plus
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
omschrijving
D
synoniem

Slide 12 - Quizvraag

In deze winkel verkopen ze exclusieve kleding. De goedkope merken kan je hier niet kopen !!
A
synoniem
B
tegenstelling
C
omschrijving
D
voorbeeld

Slide 13 - Quizvraag

Aan het werk!

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten maken
  • Zelfstandig
  • Samenwerken (je overlegt zachtjes)
  • Verlengde instructie
Begin met de opdrachten. Wanneer je deze goed maakt, sla je opdrachten over. 

Slide 15 - Tekstslide

Evaluatie les
Welke leerdoelen waren er ook alweer?
Welke zijn nu duidelijk, welke nog niet?


Slide 16 - Tekstslide

Opruimen
Schuif je stoel aan.
Wachten op de bel. 
Jas aandoen bij het verlaten van het lokaal.

Slide 17 - Tekstslide