Persoonlijke zorg Module B

Persoonlijke zorg Module B
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijke zorg Module B

Slide 1 - Tekstslide

Waar staat VVT voor?
A
Verpleging in verzorgingshuis en thuiszorg
B
Verpleeg- en verzorgingshuiszorg en thuiszorg
C
Veroudering in de verpleeg- en thuiszorg
D
Vraag in de verzorgingshuizen en thuiszorg

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent GGZ
A
Gemiddelde gezondheidszorg
B
Gemeentelijke gezondheidszorg
C
Geestelijke gezondheidszorg
D
Geestelijke gemeentelijke instelling

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor het vaststellen van de behoefte aan zorg?

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel vocht hebben ouderen per dag nodig?
A
500 ml
B
1000 ml
C
1200 ml
D
1700 ml

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van koorts?
A
36,5
B
37,2
C
37,7
D
38,0

Slide 6 - Quizvraag

Waar let je op bij medicatie met eten en drinken?
A
Op tijd innemen met eten en drinken / bijwerkingen
B
Hoeveelheid eten
C
Gevoel van honger of drinken wordt minder
D
Bloedsuiker daalt

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn de vitale functies van de mens?
A
Spijsvertering, hartslag, pijn, longen
B
Ademhaling, spijsvertering, bewustzijn, pijn
C
Ademhaling, circulatie, temperatuur, bewustzijn
D
Slaap, bewustzijn, hartslag, bloeddruk

Slide 8 - Quizvraag

Waarom wordt de temperatuur bij pasgeboren baby`s opgenomen ook al is het kindje niet ziek?
A
De temperatuur schommelt voortdurend
B
Dit wil de kersverse moeder graag weten
C
De pasgeboren baby kan nog niet goed de temperatuur regelen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een goede temperatuur voor volwassenen?
A
Tussen de 35,5 en 37,5
B
Tussen de 39-40
C
Tussen de 38,5-39,5
D
Tussen 34,5-36,5

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel ademhalingen per minuut is voor volwassenen gezond?
A
13-15
B
15-17
C
19-20
D
30-50

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een normale hartslag voor een kind?
A
50 slagen / minuut
B
40-60 slagen / minuut
C
80-100 slagen / minuut
D
120 slagen / minuut

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een gezonde bloeddruk?
A
120-80
B
120-60
C
110-70
D
100-70

Slide 13 - Quizvraag

Vanaf hoeveel graden spreken we van koorts?
A
37,5
B
38
C
38,5
D
39

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent observeren letterlijk?
A
Waarnemen
B
Opletten
C
Signaleren
D
Opschrijven

Slide 15 - Quizvraag

Noem de 4 onderdelen van het hart

Slide 16 - Open vraag

Wat moet je doen als de lichaamstemperatuur boven de 40 graden komt?
A
Niks
B
Controles doen
C
Observeren
D
Hulp inroepen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor uitdroging?
A
Dorst
B
Hydratie
C
Dehydratie
D
Obstipatie

Slide 18 - Quizvraag

Welke ader pompt het zuurstofrijkbloed naar het lichaam toe?
A
Kransslagader
B
Aorta
C
Polsslagader
D
Halsader

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de overeenkomst tussen signaleren en observeren?
A
Helpt de cliënt
B
Helpt collega's
C
Beide moet je rapporteren
D
Leuk voor de familie

Slide 20 - Quizvraag

Door welke signalen kun je vermoeden dat iemand koorts heeft?
A
Snelle pols
B
Snelle ademhaling
C
Warm aanvoelen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel uur slaap heeft een volwassene gemiddeld nodig?
A
5-6 uur
B
7-8 uur
C
8-9 uur
D
10 uur

Slide 22 - Quizvraag

Welk deel van het hart moet het meeste werk verrichten?
A
Rechterkamer
B
Rechterboezem
C
Linkerkamer
D
Linkerboezem

Slide 23 - Quizvraag

Benoem 3 kenmerken van uitdroging

Slide 24 - Open vraag

Welke klachten kan teveel cafeïne geven?

Slide 25 - Open vraag

Geef een tip om uitdroging te voorkomen

Slide 26 - Woordweb