Les 11

Lesprogramma
- 10 minuten lezen in je leesboek

- korte herhalingsopdracht zinsontleden

- voornaamwoorden (korte uitleg/oefening)

- zelfstandig aan de slag


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lesprogramma
- 10 minuten lezen in je leesboek

- korte herhalingsopdracht zinsontleden

- voornaamwoorden (korte uitleg/oefening)

- zelfstandig aan de slag


Slide 1 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 2 - Tekstslide

Zet de stappen van de zinsontleding in de juiste volgorde.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Persoonsvorm zoeken.
Gezegde bepalen.
Onderwerp zoeken.
Lijdend voorwerp zoeken.
Meewerkend voorwerp zoeken.
Bijwoordelijke bepaling(en) benoemen.

Slide 3 - Sleepvraag

zinsontleding
OW
MV
WWG
LV
BWB
Fieke
voor haar opa
had
geschreven
een mooi gedicht
gisteren

Slide 4 - Sleepvraag

Grammatica
- woordsoorten (vooral voornaamwoorden)
- samengestelde zinnen, hoofd- en bijzinnen, samentrekkingen.

Spelling
- werkwoordspelling
- trema
- meervoudsvormen
Formuleren
- verwijzen
- signaalwoorden
- foutieve samentrekkingen, contaminaties, dat/als-constructies
- ironie en sarcasme
- herhaling, opsomming, tegenstelling en overdrijving

Slide 5 - Tekstslide

Voornaamwoorden
Deze kennen jullie al: 
Persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, wederkerend voornaamwoord en een wederkerig voornaamwoord.

Deze leren jullie in dit hoofdstuk:
  • Vragend voornaamwoord
  • Aanwijzend voornaamwoord
  • Betrekkelijk voornaamwoord
  • Onbepaald voornaamwoord


Slide 6 - Tekstslide

Tips
Kun je het voornaamwoord vervangen door hij of zij? Dan is het een persoonlijk voornaamwoord.

Kun je het vervangen door zijn of haar? Dan is het een bezittelijk voornaamwoord

Zich is altijd een wederkerend voornaamwoord. Als je een zin in de hij-vorm zet, dan verandert het wederkerende voornaamwoord in 'zich'.

Elkaar is het enige wederkerige voornaamwoord.

Slide 7 - Tekstslide

nieuwe voornaamwoorden
vragend voornaamwoord

aanwijzend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

onbepaald voornaamwoord

Slide 8 - Tekstslide



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Wie
leert
zijn
partner
nog
offline
kennen?

Slide 9 - Sleepvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Wie
het
toch
doet,
vergist
zich
soms
in
de
naam
van
die
buur.

Slide 10 - Sleepvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Niemand
spreekt
elkaar
nog
aan
op
straat.

Slide 11 - Sleepvraag

Zelfstandig maken
Maak opdr. 4 en 5 over de nieuwe voornaamwoorden op blz. 131-132

Maak opdr. 7 als voorbereiding op de les van woensdag.

Slide 12 - Tekstslide